Je kent de regel a(b + c) = ab + ac
Je kent de regel (a + b)(c + d) = ac + ad + bc + bd
Je kunt met vergelijkingen werken
Je kunt met kwadratische vergelijkingen in van de vorm x^2 = c werken
Je kunt met vergelijkingen zoals 5x^2 - 4 = 16 werken
Je weet wat een deler is.
Je weet wat een veelvoud is.
Je kunt uitleggen waarom een getal even of oneven is.
Je weet wat priemgetal is en kunt vertellen waarom een getal wel of juist niet priem is.
Je kunt ontbinden in factoren.
Je kunt zo veel mogelijk factoren buiten haakjes brengen.