Thema 7.4 Lees de bijsluiter

Thema 7.4 Lees de bijsluiter
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NT2Hoger onderwijs

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Thema 7.4 Lees de bijsluiter

Slide 1 - Slide

Slide 3 - Slide

Vragen

Hoe heet het medicijn?
Voor wie is dit medicijn? 
Wat is het adres van mevr. Yilmaz?
Hoeveel stuks  tabletten zitten er in het doosje? 
Wat is het geboortedatum van mevr. Yilmaz?
Wanneer is het medicijn gegeven? 
Hoe heet de apotheek?
Wat is het adres van de apotheek? 
Wat voor pillen zijn dat? 
Waar moet je opletten als je deze pillen inneemt? 

Slide 4 - Slide

Een recept voor meneer De Jong
Meneer De Jong woont alleen.
Zijn vrouw is overleden.
Meneer De Jong heeft geen goede gezondheid.
Hij loopt slecht.
En nu valt hij van de trap.
Hij heeft verschrikkelijke pijn in zijn rug.
De dokter geeft hem een recept voor pijnstillers.
Hij haalt de pillen bij de apotheek.

Slide 5 - Slide

Hoe heet het medicijn?
Voor wie is dit medicijn?
Wat is het adres van  Dhr. De Jong?
Hoeveel stuks tabletten zitten er in het doosje?
Wat is het geboortedatum van dhr. De Jong?
Wanneer is het medicijn gegeven?
Hoe heet de apotheek?
Wat is het adres van de apotheek?
Hoe moet je de pillen innemen?
Hoeveel keer per dag en wanneer?

Slide 6 - Slide

Open Link+ en ga naar thema 7.4 opdracht 7 nr. 3
Beantwoord de vragen

Slide 7 - Slide

Open Link+ en ga naar thema 7.4 opdracht 7 nr. 3
Beantwoord de vragen

Slide 8 - Slide

Je gaat naar de dokter, dokter schrijft een briefje, hoe heet dat?
A
medicijnen
B
e-mail
C
het recept
D
brief

Slide 9 - Quiz

In een drogist kun je deze dingen kopen.....
A
deodorant, zeep, crème, luier, shampoo
B
taarten
C
het recept van de dokter
D
brood

Slide 10 - Quiz

De vrouw .......... de boodschappen bij de kassa .......(afrekenen)
A
afrekenen
B
rekent af
C
afrekent
D
afgerekend

Slide 11 - Quiz

Waarmee poets je je tanden?
A
met tandenborstel
B
met borstel
C
met kam
D
met zeep

Slide 12 - Quiz

De klant vraagt: 'Welke tandpasta is het .............?
A
goedkoper
B
goedkoop
C
goedkoopst
D
duur

Slide 13 - Quiz

Melk is ......... dan koffie.
A
lekker
B
niet lekker
C
duur
D
goedkoper

Slide 14 - Quiz

Ik ben in de apotheek, ik krijg ........ over mijn medicijnen.
A
advies
B
afvallen
C
briefjes
D
niemand

Slide 15 - Quiz

Waar is de melk, ik zie de melk ........
A
ergens
B
achter
C
niemand
D
nergens

Slide 16 - Quiz

Ik koop shampoo en luiers in de drogist. Ik heb geen contant geld, dus ik moet ..........
A
betalen
B
pinnen
C
contant
D
halen

Slide 17 - Quiz

Kan ik u verder nog .......... mee helpen?
A
niemand
B
ergens
C
niet
D
geen

Slide 18 - Quiz

Ik moet nog paracetamol hebben. Die is ............ in de aanbieding.
A
toevallig
B
helaas
C
bijna
D
pinnen

Slide 19 - Quiz

U moet de medicijn innemen met een.......
A
thee
B
koffie
C
glas water
D
brood

Slide 20 - Quiz

U moet dit medicijn drie ......... per dag innemen.
A
minuten
B
maal
C
uur
D
dagen

Slide 21 - Quiz

De oude man heeft geen vrouw meer, zij is ..........
A
aan het werk
B
naar de apotheek
C
overleden
D
naar ander land

Slide 22 - Quiz

Op de website staat informatie .......... het weer.
A
over
B
boven
C
onder
D
achter

Slide 23 - Quiz

Bij het gebruik van sommige medicijnen, moet je .......... met alcohol.
A
zorgen
B
genoeg
C
passen
D
oppassen

Slide 24 - Quiz

Ik krijg het recept voor ..........
A
pijnstillers
B
zeep
C
shampoo
D
pleister

Slide 25 - Quiz

Ik moet betalen, maar ik heb niet ......... geld.
A
gezond
B
genoeg
C
gezellig
D
maal

Slide 26 - Quiz