3.4 De regering regeert

3.4 De regering regeert 
@MixedSignalSociety
1 / 31
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.4 De regering regeert 
@MixedSignalSociety

Slide 1 - Slide

Begrippen:
  • Ministers
  • Kabinet
  • De regering
  • Regeerakkoord
  • Staatssecretarissen
  • Wetsvoorstel 
  • Staatshoofd
  • Troonrede
  • Miljoenennota
  • Rijksbegroting 

Slide 2 - Slide

Begrippen:
  • Ministers
  • Kabinet
  • De regering
  • Staatssecretarissen

Slide 4 - Slide

 Regering & Kabinet
Regering
  • Ministers + Koning
Kabinet
  • Ministers  + Staatssecretarissen, zij zorgen voor het dagelijks bestuur van het land.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Minister President:
De minister-president (ook wel premier genoemd) is de leider van het kabinet.
Hij is de belangrijkste minister en is de voorzitter als de regering vergadert.

Slide 7 - Slide

Wat doet een minister?

Elke minister heeft een eigen onderwerp.

Bijvoorbeeld financiën, milieu  of onderwijs.

Slide 8 - Slide

Ministers en staatssecretarissen

In het kabinet zitten ministers en staatssecretarissen die elk een eigen taak hebben.

Ministers krijgen ondersteuning van duizenden ambtenaren. Ook hebben de meeste ministers hulp van een staatssecretaris = Een soort assistent-minister die verantwoordelijk is voor een deel van de taken van een minister.


Slide 9 - Slide

Eerste Kamer
75 Leden
Tweede Kamer 
150 Leden
Het Parlement 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Het parlement?
A
Eerste Kamer
B
Tweede Kamer
C
Eerste + Tweede Kamer
D
Koning & ministers

Slide 12 - Quiz

Volksvertegenwoordigers?
A
Tweede Kamerleden
B
Lijsttrekkers
C
Eerste Kamerleden
D
Alle gekozen politici

Slide 13 - Quiz

De Eerste Kamer
A
50 leden
B
75 leden
C
100 leden
D
150 leden

Slide 14 - Quiz

De Tweede kamer?
A
50 leden
B
75 leden
C
100 leden
D
150 leden

Slide 15 - Quiz

Het kabinet?
A
Tweede Kamerleden
B
Ministers & staatssecretarissen
C
Koning & ministers
D
Coalitie

Slide 16 - Quiz

De regering?
A
Tweede Kamerleden
B
Ministers & staatssecretarissen
C
Koning & ministers
D
Coalitie

Slide 17 - Quiz

Maken:
H.3.4 ''De regering regeert"
  • Volgende les af: Opdracht 1 t/m 8

Slide 18 - Slide

Regeerakkoord:
De grootste partij zoekt na de verkiezingen partijen die met hen willen samenwerken.
Samen hebben ze een meerderheid nodig.
Zijn ze het eens? Dan schrijven ze een regeerakkoord. Daarna vormen ze samen de regeringspartijen.

Regeerakkoord: de plannen van de regering voor de komende jaren.


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Ministers werken samen:

Elke vrijdag komen alle ministers bij elkaar. Ze maken samen plannen en wetsvoorstellen.

Ministers maken alleen wetsvoorstellen! Een wet wordt pas aangenomen als de Tweede Kamer en Eerste Kamer ermee instemmen.


Slide 21 - Slide

Slide 23 - Slide

Van wetsvoorstel tot wet

Slide 24 - Slide

Taken van de koning: 
De koning is het staatshoofd. Hij is lid van de regering, maar heeft vrijwel geen macht. Zijn taken zijn:
  • Een handtekening zetten onder alle wetten.
  • De troonrede voorlezen op Prinsjesdag.
  • Overleg voeren met de minister-president.
  • Ons land vertegenwoordigen in het buitenland.
  • Ministers en staatssecretarissen beëdigen.

Slide 25 - Slide

Maken:
H.3.4 ''De regering regeert"
  • Maak opdrachten 9 t/m 13 in het werkboek. 

Slide 26 - Slide

Opdracht:
Maak in tweetallen of drietallen een PowerPoint  presentatie over paragraaf 4.

  • Lees het hoofdstuk eerst goed door.
  • Zorg dat alle begrippen er in voorkomen.
  • Leg duidelijk uit wat de taken zijn van iedereen. 
  • Ga opzoek naar mooie en informatieve plaatjes.
  • Ga opzoek naar informatieve filmpjes over het onderwerp.

Slide 27 - Slide

Presentatie
- Ga verder met jullie presentatie over 3.4. 

Belangrijke onderdelen:
- Alle begrippen uit 3.4
- Taken van alle personen (ministers, staatssecretaris etc.)

- Binnen de tafelgroep aan het werk. 
- Fluistertoon. 
- Na bespreken toets, wisselen. 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Noem drie belangrijke onderdelen van Prinsjesdag.

Slide 31 - Open question