Semana 43 - Pronunciación

Semana 43 - La pronunciación
1 / 14
next
Slide 1: Slide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Semana 43 - La pronunciación

Slide 1 - Slide

Wat is ''pronunciación''?
Waarom behandelen we dit?
Waarom is het zo belangrijk?
Objetivos
Al final de esta clase;


- Conoces las reglas de pronunciación del español
- Puedes pronunciar las palabras más difíciles de tu vídeo

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programa de hoy
- Activar conocimiento previo
- Vídeo: bicicletas holandesas en España
- Repetir las reglas de pronunciación
- Practicar con las palabras de vuestras telenovelas



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Antes de la escucha:
Welke uitspraakregels van het Spaans ken je nog?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Slide 5 - Video

2 luisterrondes

ronde 1: luisteren, meelezen met Nederlandse ondertiteling
Mientras la escucha:
Wat weet je op basis van de video en het transcript nog meer over de uitspraak?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

ronde 2: het fragment stop zetten als er een Spanjaard gesproken heeft. Wat valt leerlingen op aan de uitspraak?
El énfasis 
De klemtoon in het Spaans valt in principe op de laatste lettergreep, behalve als:


- het woord een accent heeft
-> dan valt de klemtoon op de lettergreep met het accent:
salón, dramático, cálmate, murió

- het woord eindigt op een klinker of een -n of een -s
-> dan valt de klemtoon op de een-na-laatste lettergreep:
casa, hablan, libros.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Letras y combinaciones
A kort uitspreken als in “vak” (ya, hablar)


- CA, CO, CU uitspreken als “ka, ko, koe” (cada, como, )
- CE, CI uitspreken als “se, si” (celos, gracias)
- CH uitspreken als “tsj” (lucha, ocho)

- E kort uitspreken als in “bel'' (correcto)

- GA, GO, GU uitspreken als “ga, go, goe” met een Engelse g (ganar, hago, gusta)
- GE, GI uitspreken als “ge, gi” met een zachte g (exagerada, elegir)












Slide 9 - Slide

Uitspraakregels doornemen,  laat de voorbeelden hardop voorlezen

De voorbeelden komen uit scripts van leerlingen
Letras y combinaciones
- H niet uitspreken (hola, hermana)


- IE uitspreken als “je” (series, tiempo)

- J uitspreken als zachte g (mujer, fijo)

- LL uitspreken als j (se llama, desarrolla)

- Ñ uitspreken als nj als in “champagne” (España, cariño)




Slide 10 - Slide

Uitspraakregels doornemen, laat de voorbeelden hardop voorlezen

De voorbeelden komen uit scripts van leerlingen
Letras y combinaciones
- O kort uitspreken als in “kop” (sobre, lo siento)


- U uitspreken als “oe” (fortuna, buscar)

- UE uitspreken als “we” (nueva, abuela)

- V uitspreken als B (telenovela, novio)

- Z uitspreken als s (localizar, perezosa)



Slide 11 - Slide

Uitspraakregels doornemen, laat de voorbeelden hardop voorlezen

De voorbeelden komen uit scripts van leerlingen
timer
3:00
Anota aquí dos palabras de tu telenovela

Slide 12 - Mind map

Op basis van dit woordweb gaan de leerlingen de uitspraak oefenen (denken, delen, uitwisselen)
¿Qué has aprendido hoy sobre la pronunciación del español?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Un ejercicio al salir del aula:
Kies één woord uit je script en spreek deze correct uit tegen de expert

Slide 14 - Slide

This item has no instructions