2022_week15_2v_les 2_Das Perfekt

1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Du hast 2 min für:


  • dich zu setzen
  • Jacke aus
  • Köpfhörer sind weg
  • Handys in die Taschen
  • Laptop liegt auf dem Tisch(und ist zu) 
  • Schulsachen sind auf dem Tisch (Buch, Laptop, Heft, Stift usw.)!
timer
2:00

Slide 3 - Slide

Was machen wir heute?

  • Kurze Wiederholung das Perfekt
  • Aufgabe 7, 8, 9 und 10 besprechen



  • An die Arbeit
  • SO anschauen 
  • 10 Minuten Freizeit



  • Abschluss/ Hausaufgaben

Slide 4 - Slide

Am Ende der Stunde........
  • kannst du das Perfekt von schwache und starke Verben bilden dadurch, dass du Aufgaben machst.

Slide 5 - Slide

De voltooid tegenwoordige tijd (Das Perfekt)
  • Was is de voltooid tegenwoordige tijd en hoe maak je die?
  • De v.t.t. maak je net als in het Nederlands altijd met een vorm van haben of sein.
  • Z.B: Ich habe gewohnt
  • Hoe herken je een zwak en een sterk werkwoord?
  • Bij zwak geen klinkerverandering in de verleden tijd en bij een sterk werkwoord wel.
  • Bij een zwak werkwoord eindigt het voltooid deelwoord op -t of -et
  • Bij een sterk werkwoord eindigt het voltooid deelwoord op -en

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

An die Arbeit

  • Machen im Buch: 


  • Wie?  Eerste 10 minuten niet praten en geen vragen stellen. Daarna fluisteren en vragen stellen.

  • Fertig? Schrijf de woordjes van Lektion 2 op blz. 144. Van NL-DU en DU-NL
timer
5:00
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Aufgabe 7

Slide 12 - Slide

  •  habe
  •  gewartet
  • sind
  • gesurft
  • hat 
  • gekostet 
  • habe 
  • fotografiert

Slide 13 - Slide

  •  bist
  • geritten 
  • hat 
  • getragen 
  • hat 
  • gefunden 
  • seid 
  • geflogen 
  • habe 
  • genommen 

Slide 14 - Slide

Aufgabe 9
  • ist 
  •  gefallen
  •  haben
  • gelacht 
  •  bin
  • gesegelt 
  • hast
  • geschrieben
  • hat 
  • gesehen 
  • haben 
  • gegessen 
  • getrunken
  • hat 
  • gelesen 
  • hat 
  • geschlafen 
  • habt 
  • getanzt 

Slide 15 - Slide

Aufgabe 10

Slide 16 - Slide

An die Arbeit

  • Machen online: 
- Woordtrainer en Test jezelf Kapitel 6.1


  • Wie?   10 minuten niet praten en geen vragen stellen. 

  • Fertig? Schrijf de woordjes van Lektion 2 op blz. 144. Van NL-DU en DU-NL
timer
10:00

Slide 17 - Slide

SO anschauen
  • Je tafel is leeg
  • Je schrijft niet op je toets
  • Tel of je punten kloppen
  • Als je een vraag hebt steek je een vinger op

Slide 18 - Slide

Am Ende der Stunde........
  • kannst du das Perfekt von schwache und starke Verben bilden dadurch, dass du Aufgaben machst.

Slide 19 - Slide

Hausaufgaben

Machen: Aufgabe 1, Seite 109


Lernen: Wörter Lektion 1,2,3 auf Seite 144 NL-DU und DU-NL

Slide 20 - Slide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren
  • na startsignaal: inpakken
  • wel blijven zitten - stil
  • dan sluit ik de les af!
  • dan: klaar :)
timer
1:00

Slide 21 - Slide

10 Minuten Freizeit

Slide 22 - Slide

Vielen Dank! Auf Wiedersehen! 

Slide 23 - Slide