Zien (wat zie je als je aan vrijheid denkt?)Voelen (hoe voelt vrijheid als je het zou kunnen aanraken?)
Horen (hoe klinkt vrijheid?)
Proeven (hoe proeft vrijheid?)
Tip: gebruik beeldspraak bij het schrijven van je gedicht. Denk bijvoorbeeld aan vergelijkingen als groen als gras, guur als de wind, etc.