Gesprekken in het Openbaar Vervoer

Gesprekken in het Openbaar Vervoer
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Gesprekken in het Openbaar Vervoer

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je voorbeelden geven van gesprekken die plaatsvinden in het openbaar vervoer op niveau A2.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over gesprekken in het openbaar vervoer?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Voorbeeldgesprekken
1. 'Wat is de beste halte om uit te stappen?' 2. 'Mag ik naast u zitten?' 3. 'Hoe laat vertrekt de volgende trein?'

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Oefening 1
Luister naar een opname van een gesprek in het OV en noteer de vragen die gesteld worden.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Oefening 2
Vorm groepen van twee en voer een gesprek in het OV in het Nederlands. Gebruik de voorbeeldzinnen als leidraad.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Woordenschat
Belangrijke woorden: halte, vertrekken, aankomst, overstappen, kaartje, zitplaats.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Oefening 3
Maak een dialoog waarin je informatie vraagt over vertrektijden en overstappen bij het reizen met de trein.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Rolspel
Voer een gesprek in het OV waarbij de ene persoon een reiziger is en de andere persoon een conducteur of medepassagier.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Herhaal de belangrijkste zinnen en woorden die je hebt geleerd over gesprekken in het OV op niveau A2.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.