Nederland bestond rond 1550 uit
Gewesten
Gewest = zelfstandige staat met als hoofd een heer (De Heer had niet alles te vertellen)
De gewesten werkte samen met elkaar in de Gewestelijke Staten (vergadering van de Adel, geestelijke en burgerij van de gewesten)
De heer moest ook vergaderen met de gewesten en deed dit in de Staten-Generaal in Brussel
Als de heer niet in Nederland was stelde hij/zij een plaatsvervanger (landvoogd/landvoogdes)