This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
6.8 Verspreiding van zaden
Slide 1 - Slide
Wat gaan we deze les doen?
-We kijken wat we nog weten van de vorige les
- We bespreken het doel van de vorige les
- We nemen de theorie door
- We maken de opdrachten
- Samen sluiten we de les af
Slide 2 - Slide
Doel van deze les:
Je kunt alle manieren noemen waarop vruchten en zaden worden verspreid
Slide 3 - Slide
Geslachtelijke voorplanting
Ongeslachtelijke voortplanting
Knollen
Bollen
Stamper
Meeldraad
Stekken
Bloem
Slide 4 - Drag question
Verspreiding van zaden
Uit bloemen onstaan vruchten met zaden. Elk zaad bevat een kiem, waaruit een nieuwe plant kan onstaan. Het zaad wordt op verschillende manieren verspreid
Verspreiding zaden:
Door de plant zelf
Door de wind
Door dieren
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
In de video zie je planten die hun zaden kunnen wegschieten
De vruchten 'ontploffen' en de
zaden worden weggeslingerd!
Verspreiding door de plant zelf
Slide 7 - Slide
Verspreiding door dieren (1)
Het vruchtvlees wordt door dieren opgegeten en de zaden worden op een andere plek uitgepoept
--> zaden kunnen ontkiemen
Slide 8 - Slide
Verspreiding door dieren (2)
Sommige vruchten blijven plakken aan de vacht of huid van dieren
De vruchten vallen ergens anders neer
--> zaden kunnen ontkiemen
Slide 9 - Slide
Verspreiding door dieren (3)
Verzamelaars brengen zaden naar andere plekken
Niet alles wordt opgegeten of ze worden vergeten
--> zaden kunnen ontkiemen
Slide 10 - Slide
Verspreiding door wind
De wind neemt de zaden mee. Dit kan alleen als de zaden licht zijn.
Slide 11 - Slide
De verspreiding van zaden is belangrijk omdat
A
er dan meer kans is dat zaden kiemen
B
er dan meer dieren de zaden kunnen vinden
Slide 12 - Quiz
Via welke manier van verspreiding kunnen zaden het verste weg komen?
A
Via verspreiding door de wind
B
Via verspreiding door dieren
C
Via verspreiding door zichzelf
D
Allemaal even ver
Slide 13 - Quiz
Tekst
Wind
Plant zelf
Dieren
Vruchten met haakjes
Vruchten zijn kleverig
Vruchten hebben een pluis
Vruchten hebben vleugels
Vruchten met veel vruchtvlees
Zaadjes zijn klein en licht
Slide 14 - Drag question
Aan het werk
Opdrachten 1 t/m 5
Klaar?
- Laat je werk zien aan de docent
- Kijk je werk zorgvuldig na alleen of met de docent