Tijdens de uitleg is er maar één persoon tegelijkertijd aan het woord
Heb je een vraag of wil je iets zeggen? Steek je hand/vinger op!
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
Weet je wat consumentenorganisaties voor jou als consument doen
Weet je waar je als consument op kunt letten voor je iets koopt
Weet je hoe je prijzen omrekent naar een standaardhoeveelheid
Weet je hoe sterker komt te staan als consument
Weet je hoe een prijsverschil in procenten uitrekent
Slide 3 - Slide
Ik vergelijk eerst de prijs van een product, voordat ik het koop
Hand omhoog voor ''eens'', hand omlaag voor oneens
Slide 4 - Slide
Consumentenorganisaties
Is de informatie die je op internet vind altijd en eerlijke informatie?
Consumentenorganisaties komen op voor de belangen van de consument;
Onpartijdige productinformatie geven
Informatie geven over je rechten en plichten als consument
Acties voeren bij fabrikanten en overheid om belangen van consumenten te beschermen
Slide 5 - Slide
Producten vergelijken
Consumentenorganisaties
Onafhankelijk onderzoek doen naar producten
Vergelijkend warenonderzoek
Prijzen en kwaliteit staan centraal
Apparaten -> energieverbruik
Voeding -> hoe gezond
Slide 6 - Slide
Prijs per standaard hoeveelheid uitrekenen
Producten verschillen in prijs en hoeveelheid van elkaar
Om prijzen goed met elkaar te vergelijken -> Omrekenen naar prijs per standaardhoeveelheid
Slide 7 - Slide
Prijs per standaard hoeveelheid uitrekenen
Producten verschillen in prijs en hoeveelheid van elkaar
Om prijzen goed met elkaar te vergelijken -> Omrekenen naar prijs per standaardhoeveelheid
Verhoudingstabel
Gewicht
1
100
Prijs
Slide 8 - Slide
Prijs per standaard hoeveelheid uitrekenen
Voorbeeldopgave
In een supermarkt hebben ze twee merken kaas. Merk A bevat 250 gram en kost €3,50. Merk B bevat 150 gram en kost €2,10. Bereken de prijs per 100 gram. Welk van de twee is voordeliger?
Gewicht
1
100
Prijs
1
100
Slide 9 - Slide
Sterker als consument
In je eentje weinig invloed op producten
Consumer power Vb. actie van een consumentenorganisatie Producent wordt gedwongen
Keurmerk -> voldoet het product aan bepaalde eisen Vb. dierenwelzijn, milieu, elektronica en webwinkels
Slide 10 - Slide
Prijsverschil in procenten
Hoeveel is het ene product duurder dan het andere product?
Prijsverschil in % = prijsverschil : prijs waarmee je vergelijkt x 100%
Voorbeeld Een koptelefoon van JBL kost bij winkel A €150 en bij winkel B, €120. Hoeveel procent is winkel A duurder dan winkel B?
(150 - 120) : 120 x 100 = 25%
Slide 11 - Slide
Verschil in procenten
Oefenopgave
Stel, een telefoon kost bij winkel A €960 en bij winkel B €800. Hoeveel procent is winkel A duurder dan winkel B?
960 - 800 = €160
160 : 800 x 100 = 20%
timer
1:00
Slide 12 - Slide
Aan de slag!
Maken opdrachten paragraaf 2.1
Huiswerk voor volgende les!
Heb je een vraag? Steek je hand/vinger op!
Samenwerken alleen als het stoplicht op oranje of groen staat!
Je ruimt pas op als de bel is gegaan of wanneer je toestemming hebt van de docent