5.4 Wat houd je over? (deel 1 en 2)

5.4 Wat houd je over? (deel 1)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5.4 Wat houd je over? (deel 1)

Slide 1 - Slide

5.3 Belasting of shoppen? 
  • Verkoopprijs
  • Het bedrag dat de winkel wil ontvangen
  • Btw
  • 6% of 21% van de verkoopprijs
  • Consumentenprijs
  • Het bedrag dat de consument betaald
Vraag 48
(blz 140)
Vraag 49
(blz 140)

Slide 2 - Slide

5.3 Belasting of shoppen? 

Verkoopprijs
  • 100%
Btw
  • 6% 
Consumentenprijs
  • 106% 
  • 100%
  • 21% 
  • 121% 
  • Je koopt een tas met een verkoopprijs van € 45. Het btw tarief is 21%
  1. Bereken de btw
  2. Bereken de consumentenprijs
Vraag 50
(blz 141)
Vraag 51
(blz 141)

Slide 3 - Slide

5.3 Belasting of shoppen? 
Verkoopprijs
  • 100%
Btw
  • 6% 
Consumentenprijs
  • 106% 
  • 100%
  • 21% 
  • 121% 
  • De fietsenmaker repareert je fiets. Je betaalt hier    € 53 voor. Het btw-tarief is 6%.
  1. Bereken 1%
  2. Bereken de verkoopprijs
Rekenvraag 17
(blz 155)
Rekenvraag 19
(blz 155)

Slide 4 - Slide

5.4 Wat houd je over? 
Aan het einde van deze les:
  • kun je uitleggen wat inkoopwaarde is
  • Weet je wat bruto- en nettowinst is en hoe je deze berekent

Slide 5 - Slide

5.4 Wat houd je over? (deel 1)
  • Omzet
  • (afzet x verkoopprijs)
  • Inkoopwaarde
  • (afzet x inkoopprijs)
  • brutowinst
Inkoopwaarde=
het totale bedrag dat een bedrijf betaald voor de inkoop van producten

Slide 6 - Slide

5.4 Wat houd je over? (deel 2)

Slide 7 - Slide

5.4 Wat houd je over? (deel 2)
Deze les leer je:
  • voorbeelden geven van bedrijfskosten
  • wat nettowinst is en hoe je deze berekent

Slide 8 - Slide

5.4 Wat houd je over? (deel 2)
Omzet
(afzet x verkoopprijs)
(afzet x inkoopprijs)
Brutowinst
Inkoopwaarde - 
O
 I
B
O
N

Slide 9 - Slide

Is de brutowinst de winst die het bedrijf ook echt overhoud?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Welke kosten heeft een bedrijf nog meer, behalve inkoopkosten?

Slide 11 - Open question

5.4 Wat houd je over? 
Omzet
(afzet x verkoopprijs)
(afzet x inkoopprijs)
Brutowinst
Inkoopwaarde - 
  • Overige / bedrijfskosten -
  • (kosten om de winkel te laten functioneren)
  • Nettoresultaat
  • (de winst die overblijft als je alles hebt betaald)
O
 I
B
O
N

Slide 12 - Slide

Huiswerk
t/m opgave 66
Volgende week kies je een PO
Dat werk je uit voor een cijfer.

(onderwerpen hebben te maken met H 4 en 5)


Slide 13 - Slide

Doelen
Je gaat aan de slag met kostprijsberekening
Je gaat aan de slag met winstberekening
Je gaat aan de slag met het ontwikkelen van reclame

Slide 14 - Slide

Ff een paar herhalingsvragen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide