lezen/luisteren-vragen die je stelt

Lezen/luisteren
Vragen die je stelt bij het lezen of luisteren van tekst of film.

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lezen/luisteren
Vragen die je stelt bij het lezen of luisteren van tekst of film.

Slide 1 - Slide

1. Is het betrouwbaar?
Ik let op:
- de informatiebron
- de schrijver (auteur)
- het doel
- de datum (van publiceren)

Slide 2 - Slide

2. Is het bruikbaar voor mij?
Past het bij het doel waarvoor ik het wil gebruiken:
- informatie krijgen over een onderwerp
- instructie volgen hoe ik een hotelreserveringssysteem gebruik
- meningen lezen/horen over een product waardoor ik weet of ik het ga kopen of niet.

Slide 3 - Slide

3. Wat is het hoofddoel?
  1. Amuseren
  2. Informeren
  3. Overhalen/activeren
  4. Instrueren
  5. Opiniëren/beschouwen  
  6. Overtuigen/betogen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

4. Welke vaste tekststructuur heeft het?
1. Aspectenstructuur
onderwerp, diverse verschillende aspecten/oogpunten, samenvatting > onderwerp wordt zo objectief mogelijk uitgelegd
2. verleden/heden/toekomst structuur
onderwerp, situatie vroeger en/of nu, conclusie of situatie in de toekomst
3. voor- en nadelenstructuur
onderwerp, voor- en nadelen, samenvatting of conclusie
4. Argumentatiestructuur
mening of standpunt, gevolgd door argumenten + weerlegging, herhaling stelling.

Slide 9 - Slide

vaste tekststructuren
5. Probleem/oplossingsstructuur
probleem, waarom is het een probleem, oplossingen.
6. Verklaringsstructuur
verschijnsel, gevolgd door eventuele verklaringen, samenvatting of conclusie
7. Vraag/antwoordstructuur
inleiding met vraag, antwoorden, samenvatting of conclusie

Slide 10 - Slide

5. Welke verbanden en signaalwoorden zie ik?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Theorie en de opdrachten van (niet de extra opdrachten)
1.1 teksten verkennen
1.2 doel en hoofdgedachte
1.3 betrouwbaarheid en bruikbaarheid
1.4 opbouw en indeling
1.5 feit, mening, argument
1.6 hoeft niet

Slide 13 - Slide