This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Revalidatie en rehabilitatie
Slide 1 - Slide
Wat is een zorgwekkende zorgmijder?
Slide 2 - Mind map
Noem twee onderdelen van de WVGGZ
Slide 3 - Open question
Benoem het verschil tussen dwang en drang.
Slide 4 - Mind map
Nieuwe GGZ
De focus ligt niet meer op genezing, maar meer op herstel en kwaliteit van leven.
Slide 5 - Slide
Revalidatie
Revalidatie betekent letterlijk weer 'valide' worden na een ongeval, ziekte of medische ingreep zoals een operatie. Behandeling is gericht op terugbrengen naar de eerdere lichamelijke, psychische of sociale toestand.
Slide 6 - Slide
Rehabilitatie
Rehabilitatie is mensen met ernstige-langdurige beperkingen en participatieproblemen ondersteunen bij het verkennen, verkrijgen en behouden van hun activiteiten en participatiedoelen.
Slide 7 - Slide
Rehabilitatiemethodieken
Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB)
Steunend Relationeel Handelen (SRH)
Slide 8 - Slide
Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB)
De IRB richt zich vooral op activiteiten en participatie in verschillende maatschappelijke rollen.
Fasen IRB
Verkennen
Kiezen
Verkrijgen
Behouden
Slide 9 - Slide
Steunend Relationeel Handelen (SRH)
SRH streeft naar meer kwaliteit van leven. Bij SRH kan het initiatief meer bij de zorgverlener komen te liggen.
Fasen SRH
het opbouwen en onderhouden van een werkzame relatie
het verzamelen van informatie om met de zorgvrager een persoonlijk profiel te kunnen maken
de zorgvrager helpen wensen te formuleren, keuzes te maken en doelen te stellen
de zorgvrager helpen een persoonlijk plan te maken
de zorgvrager helpen het plan uit te voeren
het volgen van het proces door te leren, evalueren en bij te stellen
Slide 10 - Slide
Herstelondersteunende zorg
Drie aspecten van herstelprocessen:
herstel van gezondheid
herstel van de persoonlijke, psychologische identiteit
herstel van maatschappelijk functioneren
Slide 11 - Slide
Fasen van herstel
Overweldigd worden door de aandoening
Worstelen met de aandoening
Leven met de aandoening
Leven voorbij de aandoening
Slide 12 - Slide
Participatiewet
Het idee achter de Participatiewet is om kwetsbare groepen niet weg te stoppen, maar door actieve deelname aan de maatschappij weer deel te laten worden van die maatschappij. Dit kan door betaald werk of door vrijwilligerswerk. Gemeenten en werkgelegenheidsinstanties zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet.
Slide 13 - Slide
Uitgangspunten uitvoering participatiewet
Iedereen moet kunnen meedoen als volwaardig burger en kunnen bijdragen aan de samenleving. Ook mensen voor wie dit een grotere opgave is.
De Participatiewet streeft naar een arbeidsmarkt, voor jong en oud en voor mensen met en zonder beperking. Deze wet is gericht op echte banen in plaats van beschut werk.
Men gaat uit van het principe dat werk de beste sociale zekerheid is. Werk geeft mensen eigenwaarde, zorgt voor sociale contacten en biedt kansen op ontwikkeling.
Slide 14 - Slide
De participatieladder
Niveau 6: De zorgvrager heeft passend betaald werk.
Niveau 5: De zorgvrager heeft betaald werk, met ondersteuning.
Niveau 4: De zorgvrager heeft onbetaald werk, bijvoorbeeld vrijwilligerswerk.
Niveau 3: De zorgvrager neemt deel aan activiteiten (cursus, vereniging).
Niveau 2: De zorgvrager heeft sociale contacten buitenshuis.
Niveau 1: De zorgvrager leeft volledig geïsoleerd.
Slide 15 - Slide
De Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zorgt ervoor dat mensen met een beperking de ondersteuning krijgen die zij nodig hebben om zelfstandig te blijven wonen en mee te doen in de maatschappij.
De nadruk ligt op eigen kracht en zelfmanagement. Als deze ontoereikend zijn, moet een zorgvrager in eerste instantie terugvallen op zijn sociale vangnet (familie, vrienden, buren), voordat hij een beroep kan doen op professionele hulpverlening.
Slide 16 - Slide
Opdracht
Kies met je regiegroepje uit de casussen (of uit je eigen praktijk) een zorgvrager waarbij je de principes van herstelgericht werken en rehabilitatie gaat toepassen. Wat vinden jullie belangrijk en waar letten jullie op?
Koppel de uitwerking terug in de klas en licht toe waarom jullie je keuzes hebben gemaakt. Bedenk zelf een leuke manier waarop je dit kunt doen.
