4BB 10.5 Voortplanting van planten les 1

10.5 Voortplanting van planten Les 1
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

10.5 Voortplanting van planten Les 1

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen welke delen van een bloem voor voortplanting zorgen.
  2. Je kunt uitleggen hoede bestuiving bij insectenbloemenen bij windbloemen gaat.
  3. Je kunt uitleggen hoe een stuifmeelkorrel en eicel bevrucht.
  4. Je kunt uitleggen hoe na bevruchting vruchten en zaden ontstaan.
  5. Je kunt uitleggen hoe een zaadje gebouwd is en hoe een nieuw plantje uit een zaadje groeit.
  6. Je kunt beschrijven hoe planten ontstaan zonder dat er bevruchting is geweest

Slide 3 - Slide

Waarvoor heeft een plant bloemen?
De voortplantingscellen zitten in de bloemen:
- Zaadcellen noemen we de stuifmeelkorrels.
 - Eicellen zijn bij planten ook eicellen.

In de bloemen vindt de bevruchting plaats. Daaruit ontstaan de nakomelingen = zaadjes (waaruit een plantje kan groeien).

Slide 4 - Slide

De bloem
Meeldraad
- helmdraad
- helmknop met stuifmeelkorrels

Stamper
- stempel
- stijl
- vruchtbeginsel met zaadbeginsels waarin eicellen zitten

Slide 5 - Slide

Bestuiven en bevruchten
Bestuiven = stuifmeel komt (door insect of wind) op de stempel 
De stuifmeelkorrel vormt een buis door de stijl naar beneden, richting de vruchtbeginsels (met daarin de eicellen).
Bevruchten = kern van stuifmeelkorrel en eicel smelten samen - bevruchte eicel
Geslachtelijke voortplanting

Slide 6 - Slide

Hoe ontstaan zaden en vruchten?
Na de bevruchting begint alles te groeien:
1. het vruchtbeginsel van de stamper groeit uit tot een vrucht

2. binnenin het vruchtbeginsel groeien alle zaadbeginsels waarbij de eicel is bevrucht uit tot een zaadje

Slide 7 - Slide

Insecten of de wind zorgen voor bestuiving. Verschil insectenbloem en windbloem

Slide 8 - Slide

Insectenbloemen
Insect verzamelt nectar.

Stuifmeel plakt aan insect, en plakt aan de stempel bij dezelfde/ andere bloem.

Slide 9 - Slide

Windbloemen
De wind neemt het stuifmeel mee.
Komt op de stempels van andere bloemen.

Slide 10 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen welke delen van een bloem voor voortplanting zorgen.
  2. Je kunt uitleggen hoede bestuiving bij insectenbloemenen bij windbloemen gaat.
  3. Je kunt uitleggen hoe een stuifmeelkorrel en eicel bevrucht.
  4. Je kunt uitleggen hoe na bevruchting vruchten en zaden ontstaan.
  5. Je kunt uitleggen hoe een zaadje gebouwd is en hoe een nieuw plantje uit een zaadje groeit.
  6. Je kunt beschrijven hoe planten ontstaan zonder dat er bevruchting is geweest

Slide 11 - Slide

Maken en lezen:

Lezen: blz 106 t/m 112
Maken: opdracht 1 t/m 15



De volgende les

10.5 
Voortplanting van planten
deel 2




Slide 12 - Slide