Bezittelijk voornaamwoord

BONJOUR et BIENVENUE!
bezittelijk voornaamwoord
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1-4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

BONJOUR et BIENVENUE!
bezittelijk voornaamwoord
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Les buts du cours
Aan het einde van de les...
  • Weet ik wat een bezittelijk voornaamwoord is
  • Weet ik welke bezittelijke voornaamwoorden er in het Frans zijn
  • Weet ik wanneer ik welk bezittelijk voornaamwoord moet gebruiken

Slide 2 - Slide

En néerlandais..
Mijn  - Dat is mijn hond
Jouw - Dat is jouw hond
Zijn - Dat is zijn hond
Haar - Dat is haar hond
Ons/onze - Dat is onze hond 
jullie/uw - Dat is jullie hond / Dat is uw hond
Hun - Dat is hun hond

Slide 3 - Slide

Les pronoms possessifs
mannelijk     vrouwelijk     meervoud
mon                ma               mes
ton                   ta                tes
son                   sa               ses
notre                notre            nos 
votre               votre            vos
leur                  leur          leurs
mijn
jouw
zijn/haar
Onze
Jullie/uw
Hun

Slide 4 - Slide

Stappenplan
(jouw) ...... père s'appelle Jean-Marc

1. Kijk naar het woord dat je moet vertalen, welke is dit?
2. Zoek uit welke drie keuzes je hebt
3. Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord

Slide 5 - Slide

Faites attention!
Begint het bezit met een klinker of h
Dan krijg je de mannelijke vorm! Ook al is het woord vrouwelijk
(Anders krijg je klinkerbotsing, en dat mag niet!)

Voorbeeld: Het is mijn vriendin
                         Elle est ma amie      ONJUIST
                        Elle est mon amie        JUIST

Slide 6 - Slide

Exercice
1. (Jullie) ...... parents sont en vacances?
2. (Mijn) ...... femme est prof d'anglais
3. (Haar) ...... père travaille au supermarché
4. (Onze) ..... voiture est rouge
5. (Hun) .....  nourriture est chaude
6. (Jouw) ..... amie s'appelle Sarah

Slide 7 - Slide

Corriger
1. (Jullie) Vos parents sont en vacances?
2. (Mijn) Ma femme est prof d'anglais
3. (Haar) Son père travaille au supermarché
4. (Onze) Notre voiture est rouge
5. (Hun) Leur nourriture est chaude
6. (Jouw) Ton amie s'appelle Sarah

Slide 8 - Slide

Jouw broer is aardig
...... frère (m) est sympa
A
Mon
B
Sa
C
Leur
D
Ton

Slide 9 - Quiz

Zijn koffer is op het vliegveld
..... valise (v) est à l'aéroport
A
Son
B
Sa
C
Ton
D
Notre

Slide 10 - Quiz

Zijn jullie ouders op vakantie?
..... parents sont en vacances?
A
Notre
B
Nos
C
Vos
D
Votre

Slide 11 - Quiz

Zijn telefoon is van Apple
.... portable (m) est d'Apple
A
Mon
B
Ta
C
Sa
D
Son

Slide 12 - Quiz

Mijn vriendin is aardig
.... amie est sympa
A
Mon
B
Sa
C
Ma
D
Nos

Slide 13 - Quiz

C'est ton chien?
Oui, c'est .... chien (m)
A
Mes
B
Mon
C
Ta
D
Leur

Slide 14 - Quiz

Les buts du cours
Aan het einde van de les...
  • Weet ik wat een bezittelijk voornaamwoord is
  • Weet ik welke bezittelijke voornaamwoorden er in het Frans zijn
  • kan ik het juiste bezittelijk voornaamwoord gebruiken

Slide 15 - Slide

Fin du cours
Au revoir! 

À la prochaine!

Bonne journée!

Slide 16 - Slide