This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
VANDAAG
Planning doornemen
PO bespreken, verdunning uitwerken
BS 6 maken
Slide 1 - Slide
Planning
- 12 & 14 oktober PO uitvoeren
- 13 of 15 oktober PO aflezen
- week van 19-25 oktober vakantie
- 30 oktober inleveren PO op ELO (20:00u)
- 4 oktober start PTA
- 11 oktober PTA bio
Slide 2 - Slide
Een goede inleiding:
beschrijf het probleem waar je onderzoek naar doet
beschrijf waarom het interessant is om hier onderzoek naar te doen
beschrijf wat al bekend is over dit onderwerp (gebruik je boek! doe onderzoek!)
Slide 3 - Slide
Wat is de beste onderzoeksvraag?
Je hebt gezien dat er op bomen soms mossen groeien. Het valt je op dat de mossen niet overal op de stam zitten. Met welke onderzoeksvraag kun je dit onderzoeken?
A
Waar groeien mossen?
B
Welke soorten mossen groeien op de stam?
C
Waarom groeien mossen op bomen?
D
Groeien de mossen steeds aan dezelfde kant van de stam?
Slide 4 - Quiz
Een goede onderzoeksvraag:
duidelijk
je onderzoekt maar één ding tegelijk
beschrijft wat je meet of beschrijft
Slide 5 - Slide
Een goede hypothese:
duidelijk
beschrijft wat jij als antwoord op de onderzoeksvraag verwacht
legt uit waarom je dat verwacht (gebruik hiervoor de informatie uit je inleiding)
Slide 6 - Slide
EEN GOED WERKPLAN!
Heeft een lijst met benodigdheden
Volledig & duidelijk
Legt precies & in detail uit wat je moet doen / hebt gedaan
leg uit wat het nut van de stappen is
Hoe lang & hoe vaak je gaat meten
Het is makkelijker gezegd dan gedaan ...
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
CONCLUSIE
Hoe trek je een conclusie? Waar moet je op letten?
Herhaal je onderzoeksvraag.
Geef antwoord op basis van je resultaten.
Geef alleen antwoord op je onderzoeksvraag, andere dingen hoef je niet te benoemen.
Klopte je hypothese? Waarom wel/niet?
Slide 9 - Slide
Welke conclusie kun je trekken uit deze grafiek?
A
Tim groeide niet tussen zijn achtste en negende jaar
B
Tim groeit steeds even snel
C
Tim groeide als baby het snelst
D
Tim groeide als peuter het snelst.
Slide 10 - Quiz
Mag je nu de volgende conclusie trekken; 'alle jongens groeien als peuter het snelst' ? Waarom wel/niet.