Klas 2BKT1 Lesweek 31 Les 1

Kapitel 8: Aussehen
Achtung:
Handys in deine Tasche. 
Auf deinem Tisch liegen:
dein Buch, dein Heft und dein Etui

1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Kapitel 8: Aussehen
Achtung:
Handys in deine Tasche. 
Auf deinem Tisch liegen:
dein Buch, dein Heft und dein Etui

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Was ist deine Lieblingsfarbe?

Slide 3 - Mind map

Was machst du Heute?
• 5VOR12
• Kapitel 8 kennenlernen
• Wortschatz
• Sehen



Slide 4 - Slide

Was lernst du Heute?




Lernziele:

• Du weißt was du am Ende Kapitel 8 wissen solltest.
• Du kannst eine Reportage verstehen.
• De kennst die Bedeutung der Wörter von der Lernliste D-N: A Sehen.












Slide 5 - Slide

Wichtig!
Hörtest: Heute um 11.30 Uhr.



Test Kapitel 6 + 7 -> na de vakantie.







Sven, Senna, Selina, Bernice, Quint, Britt, Job, Janna en Dian.
Herkansen: Lynn J, Merle, Daniela, Rosalie.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Deutschfilm

Slide 8 - Slide

Kapitel 8: Aussehen
Wortschatz: 

Grammatik: 

Aussprache: 
BK -> "G" und "L"
KT und TH -> P, T und K

Sprachmittel: 




Slide 9 - Slide

Kapitel 8: Aussehen / BK
Grammatik: 

Bezittelijk voornaamwoord

Bijvoorbeeld:
mijn, jouw, zijn, haar, onze, etc.
mein-, dein-, sein-, ihr-, uns-, uzw.

Meine Schuhe (mijn schoenen)

Slide 10 - Slide

Kapitel 8: Aussehen KT und TH
Grammatik: 
Werkwoorden van modaliteit.
Werkwoorden van wat??

Deze werkwoorden geven in een zin aan met welk gevoel iets gebeurd.
 
Zij zou een broek moeten dragen.
Sie sollte eine Hose tragen.

Slide 11 - Slide

Kapitel 8: Aussehen KT und TH
Grammatik: 
dürfen, können, mögen, mussen, sollen, wollen, wissen + möchten

Klinkerwissel in de tegenwoordige tijd
Uitgang is anders bij ich + er/sie/es

können
ich kann, du kannst, er / sie / es kann

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Sehen.

Slide 14 - Slide

Schrijf op in je schrift:
2 nieuwe woorden die je vandaag hebt gehoord of gelezen en die je hebt onthouden.

Slide 15 - Slide