This lesson contains 9 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
3.f woordenschat
Slide 1 - Slide
Programma
-Huiswerk nakijken + controleren
10 min
-Bespreken schrijfopdracht
10 min
-Woordenschat
10 min
-Klassikaal oefenen
-Zelfstandig oefenen
10 min
30 min
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?
Ik weet hoe ik de betekenis van woorden kan achterhalen.
Ik kan een gegeven betekenis aan een woord koppelen.
Ik kan zelf de betekenis van een woord bedenken of uit een zin afleiden.
Ik kan zelf nieuwe zinnen maken waaruit de betekenis van woorden blijkt.
Slide 3 - Slide
Huiswerk controleren + nakijken
Open je schrift.
Ga naar Google Classroom.
In de map "Nederlands h3u" vind je een kopje met "Antwoorden".
Daarin staan de antwoorden van 3e.
Kijk je gemaakte opdrachten na.
Slide 4 - Slide
Bespreken dagboekfragment
Lees je dagboekfragment voor.
Vwo: kan je vertellen waar het fragment van de havo over ging? Havo: klopt dit ongeveer?
Havo: kan je vertellen waar het fragment van de havo over ging? Vwo: klopt dit ongeveer?
Slide 5 - Slide
Woordenschat havo
duiding - ergens van wemelen - interactie - professional - rectificeren - schaars - synthetisch - verrijken - wereldkundig maken - er niet om liegen - gebruiksvriendelijk - genetische afwijking - ongunstig - oplevering - visueel - montage - monteren - schokkerig - stabiel - statief - tegenlicht - afblazen - belevingswereld - cultuurshock - diskwalificeren - ergens op staan - estafette - flard - noodkreet - subjectief - zonderling
Slide 6 - Slide
Woordenschat vwo
Aannemelijk - duiding - ergens van wemelen - professional - relatief - schaars - synthetisch - verrijken - voor de rechter dagen - wereldkundig maken - er niet om liegen - gebruiksvriendelijk - genetische afwijking - ongunstig - oplevering - visueel - montage - monteren - schokkerig - stabiel - statief - tegenlicht - gedoemd - kadaver - kwetsuur - ontmaskeren - per definitie - ravotten - tegensputteren - verval - ergens je hand niet voor omdraaien - goed uit de verf komen
Slide 7 - Slide
Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
HAVO: hoofstuk 3 paragraaf F woordenschat, opdracht 1-4.
VWO: hoofstuk 3 paragraaf F woordenschat, opdracht 1-4.
Hoe?
HAVO: oefenboek blz 62.
VWO: oefenboek blz 68.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 9:45
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Zie studiewijzer volgende week.
Slide 8 - Slide
Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Ik weet hoe ik de betekenis van woorden kan achterhalen.
Ik kan een gegeven betekenis aan een woord koppelen.
Ik kan zelf nieuwe zinnen maken waaruit de betekenis van woorden blijkt.
Ik kan zelf de betekenis van een woord bedenken of uit een zin afleiden.