Basisstof 3: Het ademhalingsstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Thema 1: Verbranding en ademhaling

Basisstof 3: Het ademhalingsstelsel

Wat gaan we doen?

• Herhaling
• Leerdoelen
• Uitleg basisstof 3: Het ademhalingsstelsel
• Aan het werk!

Lichtenergie

Glucose

Zuurstof

Koolstofdioxide

De formule van verbranding:
Glucose + 1 --> Water + 2 + energie
Wat moet er ingevuld worden bij 1 en 2?

Marlon: Verbranding vindt plaats in elke cel van je lichaam.
Gerard: In plantencellen vindt geen verbranding plaats.
Wie heeft gelijk?

1. Beiden hebben gelijk
2. Marlon heeft gelijk
3. Gerard heeft gelijk
4. Beiden hebben ongelijk

Leerdoelen

Aan het eind van deze les...

• Kan ik de delen van het ademhalingsstelsel benoemen met hun kenmerken en functies.

Ademhalingsstelsel

• Zuurstof is nodig voor verbranding
• Dit krijg je binnen door ademhaling 

Ademhalingsstelsel

Ademhaling via de neus

• Ademhaling via de neus is beter voor je dan via de mond
• In de neus zit neusslijmvlies, bloedvaatjes en neusharen

Ademhaling via de neus

• Ademhaling via de neus is beter voor je dan via de mond
• In de neus zit neusslijmvlies, bloedvaatjes en neusharen

Neusharen: Houden grote stofdeeltjes tegen

Ademhaling via de neus

• Ademhaling via de neus is beter voor je dan via de mond
• In de neus zit neusslijmvlies, bloedvaatjes en neusharen

Neusharen: Houden grote stofdeeltjes tegen

Neusslijmvlies: Houdt ziekteverwekkers tegen en maakt ingeademde lucht vochtig

Ademhaling via de neus

• Ademhaling via de neus is beter voor je dan via de mond
• In de neus zit neusslijmvlies, bloedvaatjes en neusharen

Neusharen: Houden grote stofdeeltjes tegen

Neusslijmvlies: Houdt ziekteverwekkers tegen en maakt ingeademde lucht vochtig

Bloedvaatjes: Maken de ingeademde lucht warmer

Mensen die voornamelijk door hun mond ademhalen krijgen vaker keelontsteking dan mensen die door hun neus ademhalen. Leg uit.

De keelholte

• De lucht die je inademt passeert de keelholte en dan stroomt het de luchtpijp in.
• In de keelholte zijn het strotklepje en de huig aanwezig.

De keelholte

• De lucht die je inademt passeert de keelholte en dan stroomt het de luchtpijp in.
• In de keelholte zijn het strotklepje en de huig aanwezig.

De huig sluit de neusholte af bij het doorslikken van voedsel.

De keelholte

• De lucht die je inademt passeert de keelholte en dan stroomt het de luchtpijp in.
• In de keelholte zijn het strotklepje en de huig aanwezig.

De strotklep sluit de luchtpijp af bij het doorslikken van voedsel.

Wat gebeurt er bij verslikken? (wat is de stand van het strotklepje en de huig)

Luchtpijp en longen

• Vanuit de keelholte komt de ingeademde lucht in de luchtpijp
• De luchtpijp staat altijd open door kraakbeenringen
• De luchtpijp vertakt zich in 2 bronchiën, deze vertakken zich verder in luchtpijptakjes.
• Aan het eind van de luchtpijptakjes bevinden zich longblaasjes. 

De longblaasjes

• Alle longblaasjes samen hebben een groot oppervlak
• De wanden van de longblaasjes zijn erg dun
• Door de dunne wand en het grote oppervlak verloopt de gaswisseling erg snel.

Wat is gaswisseling?

1. De omzetting van glucose in koolstofdioxide
2. De omzetting van zuurstof in glucose
3. De uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide met het bloed
4. De uitwisseling van glucose en zuurstof met het bloed

Aan het werk!

• Wat: Basisstof 3 van thema 1
• Hoe: Fluisteren
• Tijd: 15 minuten
• Hulp: Steek je vinger op
• Klaar: Nakijken en verbeteren

Welke bewering is juist?

1. Bloedvaten in de longen zijn, in tegenstelling tot de luchtpijptakjes, sterk vertakt
2. Bloedvaten in de longen en de luchtpijptakjes zijn beide sterk vertakt
3. Bloedvaten in de longen en de luchtpijptakjes zijn beide niet sterk vertakt
4. Luchtpijptakjes zijn, in tegenstelling tot bloedvaten in de longen, sterk vertakt

Hoe heet onderdeel 3?

Bij welke van de onderstaande handelingen staat de huig open?

1. Ademhalen
2. Verslikken
3. Ademhalen en voedsel inslikken
4. Ademhalen en verslikken

Hoe komt het dat de luchtpijp altijd open blijft staan?