In Daniël 1:8-14 wordt beschreven hoe Daniël en zijn vrienden, Hananja, Misaël en Azarja, weigerden zich te voeden met de koninklijke spijzen en wijn die hen werden aangeboden in het paleis van koning Nebukadnezar van Babylon. In plaats daarvan vroegen ze om
alleen groenten te eten en water te drinken. Dit was een
test van hun geloof en toewijding aan God, en na tien dagen bleken ze gezonder en sterker dan degenen die het koninklijke voedsel aten.
Hoewel dit specifieke vasten niet expliciet wordt genoemd als "Daniel Vasten" in de Bijbel, wordt het vaak geassocieerd met het principe van alleen groenten eten en water drinken, zoals Daniël en zijn metgezellen deden. Dit wordt gebruikt als een model voor vasten door sommige christenen, met de nadruk op toewijding aan God en gezondheid.