Present Simple vs. Present Continuous (herhaling)

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Today's lesson:

• Grammar: Repeat Present Continuous
  
• Work on exercises

Today's lesson:

• Grammar: Repeat Present Continuous
  
• Work on exercises

Aan het einde van de lesson kan ik:

Schrijfvaardigheid:

• in korte, eenvoudige zinnen vertrouwde zaken beschrijven;
• in korte, eenvoudige zinnen een persoon beschrijven;

Grammatica:

• de present continuous uitleggen en gebruiken.
• de present simple en  continuous door elkaar gebruiken.

Wat is de Present Continuous?

1. to be + hele ww + ing
2. have/has + voltooid deelwoord
3. to be + voltooid deelwoord
4. have/has + hele ww + ing

Wanneer gebruik je de Present Continuous?

1. iets wat in het verleden is gebeurd
2. iets wat in het verleden is gebeurd en nu doorgaat
3. iets wat op dit moment gebeurt.
4. iets wat vaak, nooit of regelmatig gebeurt.

Wat is een signaalwoord voor de Present Continuous?

1. usually
2. at the moment
3. always
4. often

Wanneer gebruik je de Present Simple?

1. iets wat in het verleden is gebeurd
2. iets wat in het verleden is gebeurd en nu doorgaat
3. iets wat op dit moment gebeurt.
4. iets wat vaak, nooit of regelmatig gebeurt.

Wat is een signaalwoord voor de Present Simple?

1. at the moment
2. just
3. lately
4. always

Present Simple or Continuous?
Look! He ___ (leave) the house.

Present Simple or Continuous?
She usually ___ (walk) to school.

Present Simple or Continuous?
I (not / do) anything at the moment.

Any Questions?

Ready? Onto the next topic!

Homework:
Finish before next week Monday

Lesson 2.2

Exercise 11-17

Finished? Work on exercise 18 & 19