This lesson contains 18 slides, with text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Presenteren en formuleren
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
Slide 4 - Slide
En de gouden regel:
Oefenen, oefenen en nog eens oefenen!
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Slide
Manier 1
- begin met een of meer directe vragen (dit prikkelt de nieuwsgierigheid van de lezer als hij het antwoord niet direct weet)
Slide 8 - Slide
Het stellen van vragen
- begin met een retorische vraag
een vraag waarop je geen antwoord verwacht (mededeling in vraagvorm)
Slide 9 - Slide
Manier 2
- begin met een verrassende, uitdagende, shockerende of sarcastische openingszin (gebruik stijlmiddelen als overdrijving, ironie, sarcasme) Denk aan citaten!
Slide 10 - Slide
Manier 3
- vertel een korte anekdote / voorbeeld (verhalende inleiding)
Slide 11 - Slide
Manier 4
- stel het probleem meteen aan de orde (scherpe verschillen in mening over het onderwerp kan de nieuwsgierigheid prikkelen)
Slide 12 - Slide
Manier 5
- Gebruik een bericht uit de actualiteit (maak het relevant)
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Eindig je inleiding altijd met je stelling!
Wij vinden dus .... Wij zijn dus voor de stelling ...
Slide 15 - Slide
Dan start je middenstuk
Vertel wat je gaat vertellen (structuur) Vertel het (de argumenten) Vertel wat je hebt verteld
Slide 16 - Slide
Het slot
Cirkelrede (kom terug op je inleiding) Eindig met een uitsmijter (tip: stel een vraag)