Les 5.1 Reacties en reactieproducten

Les 5.1 Reacties en reactieproducten
1 / 33
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 5.1 Reacties en reactieproducten

Slide 1 - Slide

Planning 
  • 5.1 Reacties en reactieproducten
  • Maken opgaven
  • Nakijken opgaven

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 5.1 Reacties en reactieproducten
  • Je kunt aan de hand van de molecuulformule van een brandstof voorspellen welke verbrandingsproducten ontstaan.
  • Je kunt zuurstof en waterstof aantonen met aantoningsreacties.
  • Je kunt de reactieproducten koolstofdioxide en water aantonen met reagentia. 

Slide 3 - Slide

Verbrandingsproducten
  • Verbrandingsproducten: reactieproducten die bestaan bij een verbranding. 

  • Opdracht: zoek verschillen én overeenkomsten. 
  • Verbranding aardgas: CH4 + 2 O2 → CO2 + 2 H2O
  • Verbranding benzine: 2 C8H18 + 25 O2 → 16 CO2 + 18 H2O

Slide 4 - Slide

Verbrandingsproducten
Element
Verbrandingsproduct
C
-->
CO2
H
-->
H2O
S
-->
SO2

Slide 5 - Slide

Verbrandingsproducten bevatten altijd de atoomsoort:
A
O
B
H
C
C
D
S

Slide 6 - Quiz


De verbrandingsproducten bij de volledige verbranding van C2H6 zijn:
A
C, H, S
B
CO2,H2O
C
SO2,H2O
D
CO,H2O

Slide 7 - Quiz


De verbrandingsproducten bij de volledige verbranding van C2H5S zijn:
A
C, H, S
B
CO2,H2O,SO2
C
CO2,H2O
D
CO2,H2O,S

Slide 8 - Quiz


De verbrandingsproducten bij de volledige verbranding van C15H32 zijn:
A
CO,CO2
B
CO2,H2O,SO2
C
H2O
D
CO2,H2O

Slide 9 - Quiz

Oxiden
Oxide: verbinding met zuurstof
  • Koolstofdioxide (CO2)
  • Zwaveldioxide (SO2)
  • Water (H2O)
Metaaloxide: Metalen kunnen reageren met zuurstof; dat noem je oxideren. Er ontstaan dan metaaloxiden.
  • IJzeroxide (ontstaat als ijzer reageert met zuurstof: roesten)
  • Natriumoxide

Slide 10 - Slide

Aantoningsreacties
Aantoningsreactie: is een reactie waarmee je de aanwezigheid
van een bepaalde stof aantoont.
  • Aantonen van zuurstof
  • Aantonen van waterstof
  • Aantonen van water
  • Aantonen van koolstofdioxide



Slide 11 - Slide

Aantoningsreacties
Aantoningsreactie: is een reactie waarmee je de aanwezigheid
van een bepaalde stof aantoont.
  • Aantonen van zuurstof
  • Aantonen van waterstof
  • Aantonen van water
  • Aantonen van koolstofdioxide



Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Aantonen van zuurstof
Zuurstof kan worden aangetoond met een gloeiende houtspaander. Dit is een stukje hout dat nog aan het nagloeien is nadat het met een vuurtje is aangestoken en vervolgens is uitgeblazen. Als je een reageerbuis omgekeerd houdt en er een gloeiende houtspaander in steekt, dan gloeit deze op of begint hij zelfs te vlammen.

Slide 14 - Slide

Aantoningsreacties
Aantoningsreactie: is een reactie waarmee je de aanwezigheid
van een bepaalde stof aantoont.
  • Aantonen van zuurstof
  • Aantonen van waterstof
  • Aantonen van water
  • Aantonen van koolstofdioxide



Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Aantonen van waterstof
Waterstof kan worden aangetoond met een vlammetje. wanneer je waterstof in een omgekeerde reageerbuis opvangt en er een vlammetje bijhoudt, dan hoor je een typisch blafgeluid. Deze proef wordt daardoor de knal(gas)proefgenoemd.

Slide 17 - Slide

Aantoningsreacties
Aantoningsreactie: is een reactie waarmee je de aanwezigheid
van een bepaalde stof aantoont.
  • Aantonen van zuurstof
  • Aantonen van waterstof
  • Aantonen van water
  • Aantonen van koolstofdioxide
Een reagens is een stof die je kunt gebruiken om een specifieke stof aan te tonen. Met ‘specifiek’ wordt bedoeld dat het reagens maar op één stof mag reageren


Slide 18 - Slide

Aantoningsreacties
Aantoningsreactie: is een reactie waarmee je de aanwezigheid
van een bepaalde stof aantoont.
  • Aantonen van zuurstof
  • Aantonen van waterstof
  • Aantonen van water
  • Aantonen van koolstofdioxide
Een reagens is een stof die je kunt gebruiken om een specifieke stof aan te tonen. Met ‘specifiek’ wordt bedoeld dat het reagens maar op één stof mag reageren


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Aantonen van water
Water kan worden aangetoond met wit kopersulfaat . Wanneer wit kopersulfaat aan water wordt toegevoegd, kleurt het water blauw. 

Slide 21 - Slide

Aantoningsreacties
Aantoningsreactie: is een reactie waarmee je de aanwezigheid
van een bepaalde stof aantoont.
  • Aantonen van zuurstof
  • Aantonen van waterstof
  • Aantonen van water
  • Aantonen van koolstofdioxide
Een reagens is een stof die je kunt gebruiken om een specifieke stof aan te tonen. Met ‘specifiek’ wordt bedoeld dat het reagens maar op één stof mag reageren


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Aantonen van koolstofdioxide
Koolstofdioxide kan worden aangetoond met helder kalkwater. Wanneer je koolstofdioxide door kalkwater leidt, wordt het troebelwit

Slide 24 - Slide

Welk reagens wordt gebruikt voor het aantonen van:
Zuurstof (O2)
Koolstofdioxide (CO2)
Water (H2O)
Waterstof (H2)
Helder kalkwater
Wit kopersulfaat
Gloeiende houtspaander
Blafgeluid

Slide 25 - Drag question

Samenvattend: 4 aantoningsreacties

Slide 26 - Slide

Maken opgave 4, 6 t/m 10 
(vanaf blz 76)

Slide 27 - Slide

4
  • a. C, H en S
  • b. Koolstof, waterstof, zwavel
  • c. Koolstofdioxide (CO2), water (H2O) en zwaveldioxide (SO2

Slide 28 - Slide

6
  • a. water (H2O) en zwaveldioxide (SO2
  • b. water
  • c. waterstof
  • d. zuustof

Slide 29 - Slide

7
  • a. calciumoxide
  • b. water

Slide 30 - Slide

8
  • a. Wit kopersulfaat erbij. Kleurt het blauw? dan is er nog water aanwezig. 
  • b. Breng in contact met helder kalkwater. Wordt het troebel? dan is er koolstofdioxide aanwezig. 
  • c. mengsel opvangen in een reageerbuis. Hoor je een ''plop''? waterstof is aanwezig.

Slide 31 - Slide

9
  • a. Gloeiende houtspaander erbij houden. Gaat de houtspaander harder gloeien/branden? dan is er zuurstof aanwezig. 
  • b. Je gebruikt liever geen vuur ivm brandgevaar. 

Slide 32 - Slide

10
  • a. Elektrolyse
  • b. -
  • c. IV: er ontstaat 2x zoveel waterstof als zuurstof (H2O)
  • d. Hij hoort ''plop''. 
  • e. A
  • f. D

Slide 33 - Slide