Formuleren - oefenen alles door elkaar

Formuleren - Alles door elkaar
Wat weet je al?

Cursus 7: 7.2, 7.3, 7,5, 7.7 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Formuleren - Alles door elkaar
Wat weet je al?

Cursus 7: 7.2, 7.3, 7,5, 7.7 

Slide 1 - Slide

2. Verwijswoorden:
- Onjuist verwijswoord 
- Onduidelijk verwijzen
4. Incongruentie 
5. Foutieve samentrekking  
7. Zinnen onjuist begrenzen     


Slide 2 - Slide

Slechts een kleine minderheid van de werknemers waren tevreden over de CAO afspraken.
A
verwijsfout
B
incongruentie
C
foutieve samentrekking
D
losstaand zinsgedeelte

Slide 3 - Quiz

Luid zingend bezorgde de Kerstman de cadeautjes
A
foutieve samentrekking
B
incongruentie
C
verwijsfout
D
Goed

Slide 4 - Quiz

Welke zin is juist?
A
Hans geeft aan hun een snoepje.
B
Hans geeft hun een snoepje.
C
Hans geeft hen een snoepje.
D
Hans geeft aan hen een snoepje.

Slide 5 - Quiz

Na het uitbreken van de brand waren zowel de politie als de brandweer snel ter plaatse.
A
onjuist verwijswoord
B
incongruentie
C
zin onjuist begrenzen
D
foutieve samentrekking

Slide 6 - Quiz

Dertig procent van de deelnemers _______ de eindstreep niet gehaald.
A
hebben
B
heeft

Slide 7 - Quiz

Toen de leden van de Raad van Elf verschenen, gaf de burgemeester ___________ de sleutel van Breda.
A
hen
B
hun

Slide 8 - Quiz

Lisa zei tegen Carola dat ze haar tas in het restaurant had laten staan.
A
onjuist verwijswoord
B
goed
C
onduidelijke verwijzing

Slide 9 - Quiz

Jouw idee in de ideeënbus vond de jury het origineelste en zal spoedig gerealiseerd worden.
A
foutieve samentrekking
B
juiste samentrekking

Slide 10 - Quiz

Extra uitleg? 
Bekijk de uitlegfilmpjes die hierna volgen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video