Informeel en formeel taalgebruik

Formeel en informeel taalgebruik


Aan mensen die je kent (bekenden) schrijf je informeel. 

Aan mensen die je niet kent (onbekenden) of ouderen schrijf je formeel. 

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Formeel en informeel taalgebruik


Aan mensen die je kent (bekenden) schrijf je informeel. 

Aan mensen die je niet kent (onbekenden) of ouderen schrijf je formeel. 

Slide 1 - Slide

Geachte heer/ mevrouw,
past goed bij een......
A
Persoonlijke e-mail
B
Zakelijke e-mail

Slide 2 - Quiz

Bij een persoonlijke brief gebruik je:
A
je, jij
B
altijd u
C
kan allebei

Slide 3 - Quiz

Welke woord hoort bij een persoonlijke brief / e-mail?
A
Geachte
B
Hoi
C
Met vriendelijke groet,
D
Hoogachtend,

Slide 4 - Quiz

Je schrijft een e-mail naar je beste vriendin. Je hebt twee kaartjes gewonnen voor een festival. Je vraagt of ze mee wil.

Welke onderwerp-regel vind je de beste?
A
Kaartjes
B
Heb je zin om mee te gaan naar Pinkpop?
C
Kaartjes voor Pinkpop
D
Gewonnen

Slide 5 - Quiz

Je schrijft de zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte heer Wouters,

Slide 6 - Quiz

Met welk woord begint de aanhef van een zakelijke e-mail altijd?
A
Beste
B
Geachte
C
Hallo
D
Hey

Slide 7 - Quiz

Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer/mevrouw,
D
Geachte medewerker,

Slide 8 - Quiz

Welke woord hoort bij een persoonlijke brief / e-mail?
A
Geachte
B
Hoi
C
Met vriendelijke groet,
D
Hoogachtend,

Slide 9 - Quiz

Ik wil mijn nieuwe camera laten repareren bij de zaak waar ik die gekocht heb. Ik schrijf een ..................................... e-mail naar die afdeling.


A
zakelijke
B
persoonlijke

Slide 10 - Quiz

Wat schrijf je boven een brief als je de niet weet hoe diegene heet?
A
Geachte mevrouw, meneer,
B
Hoi
C
Hallo meneer X,
D
Je zet er niets boven.

Slide 11 - Quiz

Welke nieuwe woorden heb je gehoord/gelezen?

Slide 12 - Open question