Les-18-dec-Chapitre1-het-pvnw--verbe avoir-1h

Comment ça va?
Bonjour
et 
bienvenue!!
Bonjour tout le monde!
1 / 31
next
Slide 1: Slide
FransHBOVoortgezet speciaal onderwijsWOLeerroute 4Leerroute 2Leerroute 1Studiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Comment ça va?
Bonjour
et 
bienvenue!!
Bonjour tout le monde!

Slide 1 - Slide

Le programme du cours

1. Terugblik op de vorige les (se presenter)
2.  Grammaire H: het persoonlijk voornaamwoord en le verbe ''avoir''
3.  Evaluatie: Quiz 
4.  Les devoirs

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 
Aan het eind van deze les:

  • Ken je de persoonlijk voornaamwoorden;
  • ken je de vormen van het ww. ''avoir'' in t.v.t.


Slide 3 - Slide

1. Terugblik op de vorige les
Jeu de la balle
Leerdoel: je kunt begroeten en jezelf voorstellen

Beantwoord de vragen in hele zinnen in het Frans.
timer
5:00

Slide 4 - Slide

2. Grammaire  Het persoonlijk voornaamwoord
Exercice 30 a + b (p.48)
hoe? individueel.
Hoe lang? 3 min.
Eerder klaar? exercice 30c (p. 48).
Uitkomst bespreken: klassikaal 2 min.
timer
3:00

Slide 5 - Slide

2.  Het persoonlijk voornaamwoord
Chapitre 1: Grammaire H - uitleg
Leerdoel: 
Je kent de persoonlijk voornaamwoorden in het Frans 
Je kunt ze goed gebruiken in een zin

Slide 6 - Slide

2. Het persoonlijk voornaamwoord
Prends ton cahier . 
Luister naar de uitleg. Maak aantekeningen in jouw schrift.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

2. Het persoolijk  voornaamwoord
Wisbordjes
Even checken of jullie nu de persoonlijk voornaamwoorden kennen

Slide 9 - Slide

2. Het persoonlijk voornaamwoord
Prenez vos livres à la page 48.
ex. 30d: écoute et choisis

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Éxercice 30 d écouter (p. 48) klas.

 Check je antwoorden 2 min in tweetallen.




timer
3:00

Slide 12 - Slide

Vertaal de woorden van F -N. Schrijf de antwoorden op op het wisbordje
Je / j'
tu
il/
elle
on
nous
vous
ils                          elles

Slide 13 - Slide

2. Le verbe ''avoir''
Wij gaan het nu hebben over het werkwoord ''avoir'' = hebben

1. uitleg ex. 31 a (klas, het instructiefilmpje)

Prenez vos cahiers. Prenez des notes

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

De vormen van het ww. avoir in ott- op een rijtje

Slide 16 - Slide

2. Le verbe ''avoir''
Prenez vos livres à la page 49

 ex. 31 b: écoute et répète 
ex. 31 c: souligne les quatre vormes d'avoir
 ex. 31d: écoute et choisis le bon verbe

 Opdrachten bespreken en verbeteren

timer
5:00

Slide 17 - Slide

Au travail
Wat, waar?
ex. 31e-f- g (wb, p. 50)
Hoe, hoe lang?
Eerst individueel (10 min).
Klaar? check de antwoorden in duo's (5 min)
Is iedereen klaar?
De opdrachten bespreken (5 min)
Ben je eerder klaar? 
Ex. 33 (wb, p. 51)
Hulpmiddelen?
Grammaire H (wb, p. 55)
timer
10:00

Slide 18 - Slide

Lesevaluatie
Prenez vos ardoises (pak je wisbordje)

Ken je nu de persoonlijk voornaamwoorden en de vervoeging van het ww. ''avoir'' in ott? 


Slide 19 - Slide

Je
A
wij
B
jij
C
il
D
ik

Slide 20 - Quiz

tu
A
hij
B
zij
C
jij
D
wij

Slide 21 - Quiz

elle
A
zij
B
hij
C
wij
D
jullie

Slide 22 - Quiz

Ik heb een hond
A
Nous avons un lapin.
B
J'ai un chien.
C
Vous avez un chat.
D
Il a un oiseau.

Slide 23 - Quiz

Anna a un frère .
Ik kan Anna vervangen door het pv.nw
A
il
B
elle
C
nous
D
on

Slide 24 - Quiz

Nous avons un chat.
A

Slide 25 - Quiz

Vocabulaire de Noël
Prenez vos ordinateurs. Connectez-vous à LessonUp

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

Carte de Noël
Gebruik de onderstaande link om een kerstkaart te ontwerpen

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

les devoirs
1. Apprends Grammaire H (wb, p. 55). Gebruik slim stampen.

2. Fais exercice 33  (wb, p. 51). Lever het in in de volgende les


Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide