T1B Les 4 laatste les, begin H5

中文课
1 / 26
next
Slide 1: Slide
ChineesMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

中文课

Slide 1 - Slide

课程内容 
  • Quiz
  • 语法
  • MO 
  • Opdrachten bespreken
  • (Erica op reis)
  • Les 5 

Slide 2 - Slide

Waar in de zin komen woorden als 不 en 很 te staan?
A
Voor het gezegde
B
Na het lijdend voorwerp
C
Altijd aan het begin van een zin
D
Na het gezegde

Slide 3 - Quiz

Wat betekent: 是?
A
oud / oud zijn
B
niet zijn
C
zijn
D
groot / groot zijn

Slide 4 - Quiz

Wat betekent: 学生?
A
u
B
docent
C
leerling
D
China

Slide 5 - Quiz

Wat betekent: 美国?
A
China
B
Amerika
C
Chinees
D
Amerikaan

Slide 6 - Quiz

Als je een bijvoeglijk naamwoord gebruikt, zoals 大,老,美, dan mag je nooit het woord 是 gebruiken
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Het is heel Chinees om het woordje 很 voor een bijvoeglijk naamwoord (zoals 大,老,美) te zetten
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

很 + 不 betekent:
A
niet helemaal
B
niet heel
C
niet
D
helemaal niet

Slide 9 - Quiz

西班牙 betekent:
A
Nederland
B
Amerika
C
China
D
Spanje

Slide 10 - Quiz

不 + 很 betekent:
A
niet heel
B
helemaal niet
C
niet
D
niet helemaal

Slide 11 - Quiz

语法
  • 很 + 不 = helemaal niet
  • 不 + 很 = niet heel / niet erg
  • Bijvoeglijk naamwoord gebruik je nooit 是
  • Heel Chinees om voor bijvoeglijk naamwoord 很 te begruiken: 很美,很大,很老
  • 不 - 4e toon, 是 - 4e toon: regel achter 不 een woord met 4e toon, dan verandert 不 in 2e toon

Slide 12 - Slide

MO
  • 4 nov: uitleg van mevr. Becker gehad
  • 11 nov eraan kunnen werken
  • Je hebt de keuze uit 2 dialogen. Je mag zelf weten welk dialoog je gaat voorbereiden. Maak ook een keuze in de rol die je gaat doen.
  • Daarnaast heb je een lijst van met vragen. Aan elk persoon stel ik 2 vragen (dit zijn dus verschillende vragen, dus zorg dat je ze allemaal voorbereidt).
  • MO:  vrijdag 22 november tijdens de les.

Slide 13 - Slide

MO
  • Hoe ver met vertalen van de zinnen?
  • 7 groepjes van 4 leerlingen
  • Elk groepje vertaalt 3 vragen naar het Nederlands en beantwoordt deze vragen in het Chinees (Pinyin)
  • Groep 1: vragen 1, 2, 3
  • Groep 2: vragen 4, 5, 6
  • Groep 3: vragen 7, 8, 9
  • Groep 4: vragen 10, 11, 12
  • Groep 5: vragen 13, 14, 15
  • Groep 6: vragen 16, 17, 18
  • Groep 7: vragen 19, 20, 21
  • Heb je je vragen af? Werk dan vast verder aan de andere vragen!
timer
7:00

Slide 14 - Slide

Vragen doornemen

Slide 15 - Slide

MO oefenen
  • Ga zometeen naast degene zitten met wie je MO gaat doen.
  • Oefen MO.
  • Vragen over uitspraak? Kom uitspraak bij mij checken.
  • Let op de volgende uitspraken (+ noteer uitspraak dus erbij!!):
  • Dialoog 1: shíliù, xǐhuan, Měiguó, Hélán
  • Dialoog 2: Lǎoshī, búshì, Zhōngguórén, Měiguórén, Hélánrén
timer
8:00

Slide 16 - Slide

Opdracht 四
  • 1. 她们是美国人。 OF 他们是美国人。
  • 2. 学生们多大?
  • 3. 您不是老师。
  • 4. 你们喜欢我吗?
  • 5. 中国很大。
  • 6. 我们是中国人。

Slide 17 - Slide

Opdracht 五
  • 1. 我是老师。
  • 2. 你是老师吗?
  • 3. 我很好。/ 你很美。
  • 4. 中国大吗?
  • 5. 您是学生吗?
  • 6. 她十二岁。

Slide 18 - Slide

Opdracht 六
  • 1. 我十二岁。
  • 2. 我不是老师。
  • 3. 我是学生。
  • 4. 我很喜欢中国。
  • Opdracht 七 kijk ik na als jullie aan het werk zijn
  • Opdrachten 一,二 staan in Classroom en kijk je zelf thuis na.

Slide 19 - Slide

Erica op reis (一)
  • We kijken het fragment keer
  • Noteer antwoorden achterin je boek
  • De 1e keer: Welke woorden gebruikt Erica?
  • De 2e keer: En op welke woorden wordt zij verbeterd door Chinezen?

Slide 20 - Slide

Link Erica op reis
  • https://www.maxvandaag.nl/programmas/tv/erica-op-reis/china/POW_04379972/
  • Start: 5:44 min
  • Einde: 6:36 min

Slide 21 - Slide

Erica op reis (二)
  • Bespreek in tallen (of tallen) de woorden en de verbeteringen die je hebt opgeschreven
  • Tijd: minuut

timer
1:00

Slide 22 - Slide

Erica op reis (三)
  • Welke woorden heb je gehoord?
  • Op welke woorden wordt Erica verbeterd?

Slide 23 - Slide

第五课
  • 生词
  • 写字
  • 练习:一

Slide 24 - Slide

生词 / 语法
  • Data: in Chinees van groot naar klein: dus eerst maand, dan dag
  • maand: 月 (yuè)
  • dag: 号 (hào)
  • Januari: 一月 (letterlijk 1 maand)
  • Februari: 二月 (letterlijk 2 maanden)
  • Maart? En December?
  • Dagen van de maand op zelfde manier genummerd: 一号 (letterlijk 1 dag, 1e dag van de maand)
  • 二号 (letterlijk 2 dag, 2e dag van de maand)
  • Wat zou dan de 8e dag zijn?
  • Wat wordt dan 8 maart?

Slide 25 - Slide

写字
  • 今天, 几,月
  • Klaar? Maak opdracht 一.
  • 功课 (gōngkè, huiswerk)
  • - MO voorbereiden!! 
  • - Les 5 schrijven: 今天, 几,月
  • - Les 5 maken opdracht 1
  • - Les 4: opdrachten 1 en 2 nakijken (staan in Classroom)
timer
13:00

Slide 26 - Slide