4.3 HH twee revoluties 3ha

Hoe slaagde Lenin in zijn bolsjewistische machtsovername?
BOlSJEWATTES?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoe slaagde Lenin in zijn bolsjewistische machtsovername?
BOlSJEWATTES?

Slide 1 - Slide

4.3 twee revoluties
Gemaakt: 23, 26 t/m 29

Slide 2 - Slide

Socialisme / Marxisme (1)
  • Rond 1850 ontstaat het socialisme:  vóór de arbeiders
  • Karl Marx was de bedenker: hij voorspelde een  revolutie van de arbeiders tegen de fabriekseigenaren 
  • Privébezit zou volgens Marx worden afgeschaft          einde klassenmaatschappij

Slide 3 - Slide

Van Marx tot Lenin
Marx: Arbeiders komen door revolutie aan de macht
Lenin: Partijleden zorgen als beroepsrevolutionairen voor deze revolutie. Russische socialisten/communisten onder leiding van Lenin.

Slide 4 - Slide

Aprilstellingen van Lenin april 1917 

 
 
 
 
 

 

  • Alle grond aan de boeren .
  • Alle macht aan de sovjets. 
  • Alle fabrieken aan de arbeiders. 
  • Vrede met Duitsland
opdr. 30, 31, 32, 34

Slide 5 - Slide

Oktoberrevolutie 
Lenin bezet met communisten gebouwen 
in Sint-Petersburg 
Staatsgreep 
1917

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Representativiteit van bronnen 
Uit een bron blijkt vaak een mening, een standpunt. De schrijver, schilder of tekenaar vindt ergens iets van. Als jij de bron leest of bekijkt, moet je de vraag stellen of die mening de mening van een grote groep mensen is, of dat het juist een afwijkende mening is. 

Een soldaat die schrijft dat hij het enorm naar zijn zin heeft in de loopgraven, is een uitzondering. Zijn tekst is dan niet representatief voor de mening van soldaten in de loopgraven. Een soldaat die schrijft dat hij het er vreselijk vindt, heeft wél een representatieve mening. Het is belangrijk dat je daarover nadenkt, omdat je anders misschien denkt dat wat de mening van een enkeling is, voor iedereen gold. Je kunt dan conclusies trekken die niet kloppen.


Slide 10 - Slide

Betrouwbaarheid bronnen
Vier beoordelingspunten betrouwbaarheid bronnen:
1. Persoon
2. Tijd
3. Informatie
4. bedoeling

Slide 11 - Slide

Paragraaf 4.3: 36 t/m 38, 41

Slide 12 - Slide