12-9-'24: Spelling 2: Trema, apostrof, accenten en cedille

Aan het eind van deze week:
- weet je welk boek je gaat lezen;
- weet je wat de planning van P1 is;
- weet je wat er van je wordt verwacht bij Nederlands en wat je van mij kunt verwachten
- heb je spelling 1: herhaling leerjaar 1 af
- leer je hoe je een trema, apostrof, accenten en cedille op de juiste manier moet gebruiken.


Leg je laptop op tafel
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Aan het eind van deze week:
- weet je welk boek je gaat lezen;
- weet je wat de planning van P1 is;
- weet je wat er van je wordt verwacht bij Nederlands en wat je van mij kunt verwachten
- heb je spelling 1: herhaling leerjaar 1 af
- leer je hoe je een trema, apostrof, accenten en cedille op de juiste manier moet gebruiken.


Leg je laptop op tafel

Slide 1 - Slide

Een trema gebruik je: 
- om te voorkomen dat twee klinkers in één woord samen worden uitgesproken:
beïnvloeden, Indiër, reeën, variëren
er is dus geen trema nodig in: beantwoord, deodorant, ontdooiing;
- in sommige leenwoorden: fröbelen, patiënt.

Let op: in samenstellingen gebruik je geen trema, maar een koppelteken: auto-eigenaar, bio-economie, maffia-achtig.

Slide 2 - Slide

Een apostrof gebruik je:

- om uitspraakproblemen te voorkomen als je een \-s schrijft achter woorden die eindigen op de enkele klinkers a, i, o, u en y: buggy’s, ski’s, menu's;
er is dus geen apostrof nodig in: Lines tas, niveaus, loverboys;
- als weglatingsteken: Hans’ gitaar, ’s-Hertogenbosch, ’s morgens;
- in afleidingen en meervouden van afkortingen: cc’en, sms’je, wc’s;
- in verkleinwoorden op \-y voorafgegaan door een medeklinker: pony’tje (maar: spraytje).

Slide 3 - Slide

Drie accenten
1. accent aigu: café, passé;
 dit accent gebruik je ook om een woord te benadrukken: "móói!";
2. accent grave: caissière, fin de siècle;
3. accent circonflexe: gemêleerd, moment suprême.


Slide 4 - Slide

Cedille
De cedille onderaan de c (ç) zorgt ervoor dat een c als s klinkt, wanneer die voor een a, o of u staat: Curaçao, garçon, reçu. 

Normaal klinkt de c in die gevallen als k (caravan, cake, curieus).

Slide 5 - Slide

0

Slide 6 - Video

Wat is juist gespeld?
A
Mirjam's broer
B
wc-bril
C
wcbril
D
Mirjams broer

Slide 7 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
Trix' fiets is gestolen.
B
Trix d'r fiets is gestolen.
C
Patricks tas is leeg.
D
Patrick's tas is leeg.

Slide 8 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
De cadeau's voor Lucas' verjaardag liggen op tafel.
B
De cadeaus voor Lucas's verjaardag liggen op tafel.
C
De cadeaus voor Lucas' verjaardag liggen op tafel.
D
De kado's voor Lucas' verjaardag liggen op tafel.

Slide 9 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
hbo'studie
B
hbo-studie
C
HBO'studie
D
HBO-studie

Slide 10 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
Mijn tante's wonen in 's Hertogenbosch
B
Mijn tantes wonen in 's hertogenbosch.
C
Mijn tantes wonen in Den Bosch.
D
Mijn tante's wonen in 's-Hertogenbosch.

Slide 11 - Quiz

Met trema 
Zonder trema
efficient
coordinatie
elektricien
geijsbeerd
genitalien
geinfiltreerd
petroleum
gelinieerd
heroine
uitzaaiingen
naief
industrieel
Italie
industriele
reunie
financien

Slide 12 - Drag question

Maken in tweetallen
Spelling § 2, blz. 245: opdracht 5

Deze opdracht gaan we straks direct bespreken!

Slide 13 - Slide

Weet je nu:
- wat de planning van P1 is? 
- wat er van je wordt verwacht bij Nederlands en wat je van mij kunt verwachten? 
- wat je deze week af moet hebben qua huiswerk? 










Huiswerk: 
    Cursus 7 Spelling § 1 : opdracht 1 t/m 6
    Spelling  § 2: opdracht 1 t/m 6
    blz. 244 en 245
    Let op: opdracht 6 neem je over in je schrift!

    Slide 14 - Slide