This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Bonjour !
- Zet je camera aan
- Leg je telefoon naast je, we gaan het gebruiken
Fijne les!
Slide 1 - Slide
Aujourd'hui
- Herhalingsoefening
- Parler A
Leerdoel : Jullie weten hoe de 's' uitgesproken worden. Jullie kunnen over een film praten.
Slide 2 - Slide
Welke zin is juist ?
A
Je vais offrir lui
B
Je vais lui offrir
Slide 3 - Quiz
Grammatica
Persoonlijke voornaamwoorden als lijdend en meewerkend voorwerp gaan voor een heel ww (als er een heel ww in de zin is).
Je vais luioffrir.
Slide 4 - Slide
Welke zin is juist ?
A
Je lui offre
B
Je offre lui
Slide 5 - Quiz
Grammatica
Als er geen hele ww is,moet het persoonlijk vnm voor de persoonsvorm.
Je luioffre.
Slide 6 - Slide
Welke zin is juist ?
A
Je les ai offert
B
J'ai les offert
Slide 7 - Quiz
Grammatica
Als er geen heel ww is, moet het persoonlijk vnm voor de persoonsvorm.
Je lesai offert.
Dit is ook het geval met de ontkenning : "Je ne lesai pas offert."
Slide 8 - Slide
"Je donne un livre"
Wat is de goede zin waar "un livre" vervangen is door een persoonlijk voornaamwoord?
A
Je le donne
B
Je la donne
C
Je lui donne
D
Je leur donne
Slide 9 - Quiz
"Je donne les livres"
Wat is de goede zin waar "un livre" vervangen is door een persoonlijk voornaamwoord?
A
Je le donne
B
Je la donne
C
Je les donne
D
Je leur donne
Slide 10 - Quiz
"Je donne un livre à Adrien"
Wat is de goede zin waar "à Adrien" vervangen is door een persoonlijk voornaamwoord?
A
Je le donne
B
Je la donne
C
Je lui donne
D
Je leur donne
Slide 11 - Quiz
"Je donne un livre à Adrien et Jules"
Wat is de goede zin waar "à Adrien" vervangen is door een persoonlijk voornaamwoord?
A
Je le donne
B
Je la donne
C
Je lui donne
D
Je leur donne
Slide 12 - Quiz
Les spectateurs sont satisfaits.
Wat is spectateur in het NL?
A
aanpassing
B
kijker
C
acteur
D
mislukking
Slide 13 - Quiz
Il est humble.
Wat is humble in het NL?
A
vrolijk
B
aardig
C
bescheiden, nederig
D
machtig
Slide 14 - Quiz
L'écran est vert.
Wat is écran in het NL?
A
acteur
B
valstrik
C
nasynchroniseren
D
scherm
Slide 15 - Quiz
Je l'encourage à continuer ses études.
Wat is encourager in het NL?
A
aanmoedigen
B
samenvatten
C
het accent leggen op
D
dichterbij komen
Slide 16 - Quiz
Informatie
Volgende week donderdag gaan jullie een klein SO (20 - 25 minuten) over de grammatica en de woordenschat A maken. De bedoeling is om zeker te weten dat jullie de grammatica goed begrijpen voor de vakantie.
Slide 17 - Slide
Parler A
Vanwege de lockdown is het moeilijker om deze soort opdrachten te doen.
Jullie gaan 20 - 25 minuten de tijd krijgen om de voorbereiding van de opdracht te maken. Tijdens de laatste 10 minuten van de les gaan jullie in een aparte vergaderruimte met een medeleerling spreken. Ik ga in de vergaderruimte komen om te zien of jullie moeite hebben en om jullie uitspraak checken.
Slide 18 - Slide
Parler A
Wat moeten jullie nu doen?
12a : De uitspraak regels van 's' lezen.
12b : Naar de zinnen luisteren en de zinnen herhalen. Let op de uitspraak van de 's'!
12c : De woorden in de goede deel van de tabel herschrijven.
Slide 19 - Slide
Parler A
13a : Jullie moeten een film introduceren. Dat betekent dat jullie de trailer van één van de 4 films moeten kijken. Hierna moeten jullie informatie verzamelen over : personages; onderwerpen, locatie en verhaal.
13b : Jullie moeten een kleine gesprekje schrijven (2 minuten max) over het filmpje aan de hand van je antwoord van 13a.
Slide 20 - Slide
Parler A
Tijdens de tijd met de medeleerling in de vergaderruimte moeten jullie de film aan de andere leerling introduceren (Natuurlijk in het Frans).
Jullie hebben nu 20 - 25 minuten om oefeningen 12a, 12b, 12c, 13a en 13b te doen.
Slide 21 - Slide
Huiswerk
Volgende week dinsdag : Beginnen om de Vocabulaire A (van Nederlands tot Frans) te leren.
Donderdag 11 februari : SO over de Grammatica A (persoonlijke voornaamwoord) en Vocabulaire A.