BS 7 + 8 Energiestromen in een ecosysteem + Voedselproductie

Vandaag
Basisstof 7 + 8 Lesson Up
Practicum laatste resultaten

Maandag:
vragen stellen en verslag van practicum afmaken + inleveren
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vandaag
Basisstof 7 + 8 Lesson Up
Practicum laatste resultaten

Maandag:
vragen stellen en verslag van practicum afmaken + inleveren

Slide 1 - Slide

Maak een correcte voedselketen

Slide 2 - Drag question

kringloop
voedselketen
voedselweb

Slide 3 - Drag question

BS 7
Energiestromen in een ecosysteem

Slide 4 - Slide

Leerdoel basisstof 7
Je kunt de energiestroom in een ecosysteem beschrijven

Slide 5 - Slide

Energiestroom
  • De plaats van een organisme in een voedselketen is het trofische niveau
  • De energie die doorgegeven wordt aan het volgende niveau is de energiestroom
  • Deze energie zit opgeslagen in energierijke organische stoffen
  • Er gaat energie verloren door verbranding, dode resten en uitwerpselen

Slide 6 - Slide

piramide van biomassa

Slide 7 - Slide

Per trofisch niveau is er energieverlies (90%) door verbranding en uitwerpselen. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

BS 8 
Voedselproductie

Slide 10 - Slide

Leerdoel basisstof 8
Je kunt de landbouw in Nederland beschrijven

Slide 11 - Slide

Soorten landbouw

Akkerbouw
Veeteelt
Tuinbouw

Slide 12 - Slide

Akkerbouw: Monoculturen
Een grote akker met een gewassoort.

Voordelen: Goedkoop en snel
Nadelen: Gevoelig voor plagen en ziektes

Slide 13 - Slide

Veeteelt
Vroeger: Graasbedrijven, geen veevoerimport
Nu: Intensieve veehouderij/bio-industrie, wel veevoerimport

Slide 14 - Slide

Bio-industrie
Voordelen: Veel dieren dus meer winst
Nadelen: Mestoverschot, slecht voor de dieren

Slide 15 - Slide

Tuinbouw

Slide 16 - Slide

Gemengde bedrijven

Slide 17 - Slide

Visserij
Overbevissing - teveel visvangst in bepaalde gebieden

Oplossing: vangstquotum

Bijvangst: onbedoeld andere soorten vangen

Slide 18 - Slide

Voedselproductie
Om de voedselproductie zo efficient mogelijk te maken proberen boeren invloed te hebben op de abiotische en biotische factoren

Abiotische factoren:
  • Mest: organisch of kunstmest
  • Extra CO2
  • Kassen
Biotische factoren:
  • Bestrijding van ongedierte

Slide 19 - Slide

Bescherming
Één van de grootste uitdagingen voor boeren is het beschermen van hun gewassen en vee tegen ziekten en plagen

Insecten kunnen je oogst kaal vreten en bacteriën en virussen kunnen je vee massaal laten sterven

Om gewassen en vee te beschermen maken boeren gebruik van bestrijdingsmiddelen:
  • Chemische bestrijdingsmiddelen
  • Biologische bestrijdingsmiddelen

Slide 20 - Slide

Chemische bestrijdingsmiddellen
Boeren maken vaak gebruik van pesticiden om hun gewassen te beschermen tegen insecten

Er zijn 2 verschillende soorten insecticiden:
  • Niet-soort specifiek (dood alle insecten)
  • Soortspecifiek (dood één specifieke soort)

Slide 21 - Slide

Probleem insecticiden: resistentie

Slide 22 - Slide

Probleem pesticiden: Accumulatie
Sommige pesticiden zijn persistent: kan niet of zeer langzaam natuurlijk worden afgebroken

De pesticiden hopen op door de voedselketen heen: Accumulatie

De biomassa neemt af in ieder trofisch niveau, maar de hoeveelheid pesticide blijft gelijk.
Toppredator krijgt hierdoor teveel pesticide binnen en kan hiervan ziek worden.

Slide 23 - Slide

Biologische bestrijding
Gebruik maken van natuurlijke vijanden.

Voorbeeld: last van witte vliegen? Zet sluipwespen in om de witte vliegen uit te roeien. De sluipwespen leggen eitjes in de larven van de witte vlieg. De larve van de sluipwesp eten deze van binnen uit op.

Slide 24 - Slide

Hoe komt het dat biologische landbouw producten duurde zijn dan niet-biologische producten?

Slide 25 - Open question

Biologische landbouw
  • Geen monoculturen
  • Vruchtwisseling
  • Geen kunstmest
  • Geen preventieve diergeneesmiddelen

Slide 26 - Slide