Spreekwoorden

Spreekwoorden
Flexles Nederlands
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1,2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Spreekwoorden
Flexles Nederlands

Slide 1 - Slide

Leerdoelen:
- Je weet wat een spreekwoord is.
- Je kent de betekenis van veelvoorkomende spreekwoorden.

Slide 2 - Slide

Spreekwoorden

Slide 3 - Mind map

Spreekwoord:
- Vorm van figuurlijk taalgebruik.
- Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een waarheid of wijsheid bevat.
- Altijd dezelfde tekst.

Slide 4 - Slide

Noem een spreekwoord en de bijbehorende betekenis.
timer
1:00

Slide 5 - Open question

Wat betekent het spreekwoord?: De appel valt niet ver van de boom.
A
kinderen lijken vaak op hun ouders
B
je moet niet te dicht bij een appelboom gaan staan
C
als je appels wilt, vang ze dan op onder de boom
D
kinderen lijken vaak op hun opa en oma

Slide 6 - Quiz

Wat betekent het spreekwoord?: De hond in de pot vinden.
A
de hond heeft je eten opgegeten
B
je bent te laat voor het eten
C
de hond drinkt uit de wc
D
de hond heeft zijn kop per ongeluk in een pot gestoken

Slide 7 - Quiz

Wat betekent het spreekwoord?: Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
A
elk huishouden heeft een kat nodig tegen de muizen
B
muizen houden van dansen, maar alleen als de kat er niet is
C
zonder toezicht doen mensen wat ze moeten doen
D
zonder toezicht doen mensen waar ze zin in hebben

Slide 8 - Quiz

Wat betekent het spreekwoord?: Een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen.
A
een ezel stoot zich telkens aan een andere steen
B
je maakt steeds dezelfde fout
C
je maakt niet twee keer dezelfde fout
D
een ezel loopt niet vaak tegen een steen aan

Slide 9 - Quiz

De koe bij de horens vatten.
Een vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken.
Als er één schaap over de dam is, volgen er meer.
Met iets lastigs beginnen.
Mensen veranderen zelden echt.
Als één persoon iets nieuws geprobeerd heeft, durven anderen ook wel.

Slide 10 - Drag question

Opdracht:
  • Je krijgt een spreekwoordenplaat en een lijst met spreekwoorden. 
  • Zoek tien spreekwoorden op de plaat. 
  • Zoek de betekenissen van deze spreekwoorden op en schrijf ze in je schrift/typ ze in een document.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide