Levensreddende Reanimatie: Volgens de Rode Kruis Regels

Levensreddende Reanimatie: Volgens de Rode Kruis Regels

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je de regels van het Rode Kruis voor reanimatie toepassen.

Wat weet je al over reanimatie volgens de Rode Kruis regels?

Belang van Reanimatie

Reanimatie kan levens redden bij een hartstilstand. Het is essentieel voor hulpverleners om de juiste technieken te kennen.

Stappen van Reanimatie

De stappen van reanimatie volgens het Rode Kruis: controleer bewustzijn, bel 112, start borstcompressies en beademing.

Borstcompressies

Plaats je handen in het midden van de borstkas en druk het borstbeen 5-6 cm in. Doe dit 30 keer, in een tempo van 100-120 keer per minuut.

Beademing

Til de kin op, knijp de neus dicht en adem twee keer in de mond van het slachtoffer, waarbij de borstkas omhoog komt.

Afwisseling Borstcompressies en Beademing

Ga door met 30 keer borstcompressies en 2 keer beademen totdat de hulpdiensten arriveren of het slachtoffer bij bewustzijn komt.

Risico's en Veiligheid

Bescherm jezelf altijd en vraag om hulp. Reanimatie kan vermoeiend zijn, dus wissel af met een andere hulpverlener indien mogelijk.

Toetsing

Test je kennis met een korte quiz over de regels van reanimatie volgens het Rode Kruis.

Wat is de juiste volgorde van handelingen bij reanimatie volgens het Rode Kruis?

1. Controleer bewustzijn, Bel 112, Start borstcompressies, Start beademing
2. Bel 112, Controleer bewustzijn, Start beademing, Start borstcompressies

Hoe diep moeten de borstcompressies zijn bij reanimatie volgens het Rode Kruis?

1. Niet te diep, ongeveer 3 centimeter
2. Minstens 5 centimeter diep
3. Ongeveer 2 centimeter diep
4. Minstens 10 centimeter diep

Hoe vaak moet je de borstcompressies uitvoeren bij reanimatie volgens het Rode Kruis?

1. Ongeveer 50 keer per minuut
2. Ongeveer 80 keer per minuut
3. Ongeveer 150 keer per minuut
4. Ongeveer 100 tot 120 keer per minuut

Wat is de eerste stap bij het starten van reanimatie volgens het Rode Kruis?

1. Bel 112
2. Start borstcompressies
3. Start beademing
4. Controleer bewustzijn

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.