Oefentoets Massamedia H1.1 t/m H3.2 (KGT)

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 3

Oefentoets Massamedia H1.1 t/m H3.2

Lees en leer eerst hoofdstuk 1.1, 1.2, 2.1, 2.2, 3.1 en 3.2

Dan kan je deze oefentoets gebruiken om te checken of alles duidelijk voor je is.

Kijk naar het filmpje en dat hierna komt en geef dan antwoord op de volgende vragen:

• Wat is de boodschap?
• Wie is de zender?
• Wie is de ontvanger?
• Wat is het medium?
• Is er sprake van feedback?

Wat is de boodschap?
Wie is de zender?
Wie is de ontvanger?
Wat is het medium?
Is er sprake van feedback?

Leg uit waarom feedback belangrijk is voor goede communicatie:

Bij face-to-face-contact is een groot deel van de communicatie non-verbaal.

1. Dat klopt.
2. Dat klopt niet.

Een telefoongesprek tussen twee vrienden = ......................... communicatie

Een verkeersbord = ......................... communicatie

Internet is een massamedium

1. Dit klopt
2. Dit klopt niet
3. Dat ligt eraan..

Leg uit waarom internet wél een interactief massamedium is, en een tv-uitzending niet.

4 voorbeelden van massamedia zijn:

1. brief-dagblad-reclamefolder-internet.
2. dagblad-cd-radio-schilderij.
3. cd-brief-tijdschrift-verkeersbord.
4. reclamefolder-smartphone-verkeersbord-internet.

Wat is geen belangrijke kenmerk van massamedia?

1. De informatie is openbaar.
2. De meeste werken indirect.
3. De communicatie is meerzijdig.
4. Er is meestal geen directe feedback.

………… en ………. zijn voorbeelden van massamedia.
Welke woorden zijn weggelaten?

1. Een appje; een verkeersbord.
2. Een dagboek; een tijdschrift.
3. Een krant; een verjaardagskaart.
4. Een flyer; een website.

Maak de zin af. Communicatie...

1. vindt alleen plaats als je met iemand praat.
2. B is altijd tweezijdig.
3. is het doorgeven en ontvangen van informatie.
4. is een ander woord voor massamedia.

Welke stelling klopt niet?

1. Een zender kan nooit ook ontvanger zijn in een telefoongesprek.
2. Op sociale media kan je zender en ontvanger zijn.
3. YouTube is een vorm van sociale media.
4. Internet is een vorm van massamedia.

Leg in je eigen woorden uit wat een doelgroep is.

Tot welke doelgroepen behoor jij? Noem er ten minste drie!

Wat is een voorbeeld van een Populaire krant?

1. Trouw
2. AD
3. Hitkrant
4. Voetbal international

Een kwaliteitskrant is beter dan een populaire krant

1. Dit klopt.
2. Dit klopt niet.
3. Dat ligt eraan.

Wat is het grootste verschil tussen populaire kranten en kwaliteitskranten?

De doelgroep van het tijdschrift hiernaast is: mannen. Voor welke producten zou in dit tijdschrift reclame gemaakt kunnen worden? (meerdere antwoorden goed)

1. Stofzuigers
2. Stedentrip
3. Nike schoenen
4. Apple watch

Waarom zijn er publiek omroepen?

1. Door reclames uit te zenden kunnen ze veel geld verdienen voor de regering.
2. Omdat de overheid wil dat mensen ook kunnen kijken naar informatieve programma's en cultuur.
3. Publieke omroepen zijn allemaal gekoppeld aan een politieke partij.
4. Publieke omroepen zijn op een ouder publiek gericht.

Leg uit waarom kijkcijfers belangrijker zijn voor commerciële zenders dan voor publieke zenders.

Noem drie manieren waarop de publieke omroepen geld krijgen.

Hierna volgt een sleepvraag.

Je ziet een aantal kenmerken van tv-omroepen en -zenders. Sleep het kenmerk naar: commercieel of publiek of naar allebei.

Commercieel

Publiek

Allebei

Daar kun je lid van worden.

Krijgen inkomsten uit reclamegelden.

Maken winst.

Gebonden aan maatschappelijke groep.

Onderbreken programma's voor reclame.

Zenden uit op Nederland 1, 2 of 3

Zenden vooral amusement uit.

Je wilt weten wat er vandaag in de wereld gebeurd is. Welk medium kies je en wat is de functie van het medium?

Leg in je eigen woorden uit wat bedoeld wordt met de opiniërende functie van de media.

Waarom hebben de media reclame nodig?

Hierna volgt een sleepvraag.

Je ziet een aantal activiteiten die je op internet kunt doen. Sleep de activiteit naar de functie(s) die daarbij horen.

Meerdere antwoorden mogelijk dus.

Informatie

Onderwijs

Meningsvorming

Amusement

Reclame

Emailen naar je beste vriend(in).

Het nieuws volgen.

Informatie zoeken voor school.

Internet bankieren.

Winkelen.

Muziek en films downloaden.

Chatten.

Leg uit waarom kritische journalisten ook wel 'de waakhonden van de democratie' worden genoemd.

Waarom is pluriformiteit (= veel verschillende) van de media belangrijk voor een samenleving?

Leg in je eigen woorden uit wat met een politieke agenda wordt bedoeld.

Om welke functie van de media gaat het? En voor welke doelgroep is het?