This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
7.1 - Deeltjesmodel
Leerdoelen:
Weten wat het deeltjesmodel is .
Weten in welke fase een stof voorkomt.
Slide 1 - Slide
Moleculen
Stoffen bestaan uit moleculen.
Elke stof heeft zijn eigen soort molecuul, dus elke stof ziet er op molecuul niveau anders uit.
Een zuivere stof bestaat uit 1 soort moleculen.
Een mengsel bestaat uit meer dan 1 soort moleculen.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Deeltjesmodel
Omdat moleculen niet te zien zijn met het blote oog is er in de natuurkunde een model gemaakt om te kunnen voorstellen hoe de molecule zich gedragen. Dit noemen we het deeltjesmodel.
Slide 4 - Slide
Deeltjesmodel:
- De moleculen van een stof veranderen niet
- De moleculen van een stof bewegen voortdurend
- De moleculen van een stof trekken elkaar aan
Slide 5 - Slide
fasen
Vast: alle moleculen bewegen op hun eigen vast plek en de liggen tegen elkaar aan omdat de aantrekkingskracht groot is.
Vloeistof: aantrekkingskracht is iets kleiner maar groot genoeg om de moleculen bij elkaar te houden. De moleculen bewegen vrij rond en hebben geen vaste plek meer.
Gasvormig: De moleculen hebben weinig aantrekkingskracht onderling. Ze bewegen vrij rond en de afstand onderling is groot.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Vloeistof Vast Gas
Slide 8 - Slide
Het deeltjesmodel en fasen
Trillende deeltjes hebben bewegingsenergie. Hoe harder ze trillen, hoe meer energie ze hebben.
Vanderwaalskrachten zorgen juist dat deeltjes op hun plaats blijven.
Als ze hard genoeg trillen, is de bewegingsenergie groter dan de vanderwaalskrachten en gaan de deeltjes meer bewegen.
Slide 9 - Slide
Bij welke fase bewegen de deeltjes het snelst?
A
Vast
B
Vloeistof
C
Gas
D
Ze bewegen altijd even snel
Slide 10 - Quiz
In een mengsel komt meer dan 1 soort moleculen voor
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
De moleculen van 1 stof zijn allemaal gelijk aan elkaar
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
In de vaste fase van een stof staan de moleculen stil.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quiz
ALLE watermoleculen zijn hetzelfde
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quiz
In een vloeistof trekken moleculen elkaar harder aan dan in een vaste stof
A
ja
B
nee
Slide 15 - Quiz
Als de moleculen in een gas een vaste stof vormen dan heet dat...
A
smelten
B
stollen
C
sublimeren
D
rijpen
Slide 16 - Quiz
De moleculen van een stof veranderen als de stof smelt
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quiz
De aantrekkingskracht tussen moleculen verandert als een stof smelt