wk 51: les 1+2 (verwijswoorden)

Dinsdag 21 december - V1a (online les)
Tweede uur
  • 10 minuten stillezen
  • Voorlezen boekenlijst
  • Leesvaardigheid: terugblik verwijswoorden
  • Aan de slag!

Derde uur
  • 10 minuten stillezen
  • Kerstquiz












timer
10:00
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Dinsdag 21 december - V1a (online les)
Tweede uur
  • 10 minuten stillezen
  • Voorlezen boekenlijst
  • Leesvaardigheid: terugblik verwijswoorden
  • Aan de slag!

Derde uur
  • 10 minuten stillezen
  • Kerstquiz












timer
10:00

Slide 1 - Slide

Vorige les heb je geleerd...
...wat verwijswoorden zijn.

Slide 2 - Slide

Deze les ga je...
...herhalen wat verwijswoorden zijn.
...het jaar afsluiten met een kerstquiz.

Slide 3 - Slide

Wat is een verwijswoord?

Slide 4 - Mind map

Verwijswoorden
Met een verwijswoord kun je verwijzen naar een woord dat je eerder hebt gebruikt.

Ik ga mijn horloge ruilen. - Ik vind dat het te groot is.

Slide 5 - Slide

Verwijswoorden
Om in een tekst een bepaald woord niet te vaak te herhalen, maken we gebruik van verwijswoorden.

Verwijswoorden zijn woorden die verwijzen naar een woord, woordgroep of zelfs naar een hele zin.

Dit zorgt ervoor dat een tekst wat varieert, dat leest wat vlotter.

Slide 6 - Slide

Oefenen met verwijswoorden

1. Waar verwijst het woord 'dat' (al. 1, r. 5) naar?

2. Waar verwijst 'Dat' (al. 3, r. 2) naar?

3. Waar verwijst 'zij' (al. 3, r. 4) naar?

Slide 7 - Slide

1. Waar verwijst het woord 'dat' (al. 1, r. 5) naar?

Slide 8 - Open question

2. Waar verwijst 'Dat'
(al. 3, r. 2) naar?

Slide 9 - Open question

3. Waar verwijst 'zij'
(al. 3, r. 4) naar?

Slide 10 - Open question

Aan de slag!
  • Ga naar Learnbeat, Blok 3, 3.5 Lezen
  • Ga naar A Inleiding - middenstuk - slot
  • Maak vraag 2, 3, 4, 5, 6, 8

  • Ga naar Learnbeat, Blok 3, 3.5 Lezen
  • Ga naar B Alinea-opbouw-1
  • Maak vraag 1, 2, 5, 7, 10

Slide 11 - Slide