KT1: lezen: H1, 2, 3

Lezen H1, 2, 3
Test
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lezen H1, 2, 3
Test

Slide 1 - Slide

Lees (en beluister) de tekst.

Slide 2 - Slide

Hoeveel alinea's heeft de tekst?
A
Twee alinea's
B
Drie alinea's
C
Vier alinea's
D
Vijf alinea's

Slide 3 - Quiz

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Tips voor een spreekbeurt
B
Voorbereiden voor een spreekbeurt
C
Zenuwachtig voor een spreekbeurt

Slide 4 - Quiz

Uit welke alinea ('s) bestaat de inleiding?
A
Alinea 1
B
Alinea 1 en 2

Slide 5 - Quiz

Uit welke alinea ('s) bestaat het middenstuk?
A
Alinea 2
B
Alinea 3
C
Alinea 2 en 3
D
Alinea 2, 3 en 4

Slide 6 - Quiz

Uit welke alinea ('s) bestaat het slot?
A
Alinea 3
B
Alinea 4
C
Alinea 3 en 4

Slide 7 - Quiz

Wat staat er in de inleiding?
A
Een grappig verhaaltje over een spreekbeurt
B
Een vraag over het geven van een spreekbeurt
C
Voorbeelden van zenuwen tijdens een spreekbeurt

Slide 8 - Quiz

Wat lees je in het middenstuk?
A
Een grappig verhaaltje over een spreekbeurt
B
Een vraag over het geven van een spreekbeurt
C
Tips om een goed onderwerp voor je spreekbeurt te vinden
D
Tips om minder zenuwachtig te zijn tijdens een spreekbeurt

Slide 9 - Quiz

Hoeveel tips worden er in totaal gegeven?
A
In totaal vier tips (twee tips in alinea 2 en twee tips in alinea 3)
B
In totaal vijf tips (drie tips in alinea 2 en twee tips in alinea 3)
C
In totaal vijf tips (twee tips in alinea 2 en drie tips in alinea 3)
D
In totaal zes tips (drie tips in alinea 2 en drie tips in alinea 3)

Slide 10 - Quiz

Wat doet de schrijver in het slot?
A
De schrijver geeft antwoord op een eerder gestelde vraag uit de inleiding
B
De schrijver samen wat er in het middenstuk staat
C
De schrijver geeft een conclusie
D
De schrijver geeft een toekomstverwachting

Slide 11 - Quiz

Lees (en beluister) de tekst.

Slide 12 - Slide

Hoeveel alinea's heeft de tekst?
A
3 alinea's
B
4 alinea's
C
5 alinea's
D
6 alinea's

Slide 13 - Quiz

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Een boekje voor brugklassers.
B
Advies van brugklassers aan basisschoolleerlingen.
C
Open dagen op het voortgezet onderwijs.
D
Basisschoolleerlingen in Emmen.

Slide 14 - Quiz

Uit hoeveel alinea's bestaat de inleiding.
A
één alinea
B
twee alinea's
C
.

Slide 15 - Quiz

Welke alinea's vormen het middenstuk?
A
alinea 2 en 3
B
alinea 2, 3 en 4
C
alinea 2, 3, 4 en 5.

Slide 16 - Quiz

Boven welke alinea past het tussenkopje
'Ervaringen van brugklassers'?
A
Boven alinea 2
B
Boven alinea 3
C
Boven alinea 4

Slide 17 - Quiz

Boven welke alinea past het tussenkopje
'Eerste exemplaar'?
A
Boven alinea 2
B
Boven alinea 3
C
Boven alinea 4

Slide 18 - Quiz

In de inleiding van de tekst maak je kennis met het onderwerp door...
A
een grappig verhaaltje
B
een interview met Ben den Hamer
C
een voorbeeld
D
vragen over het onderwerp

Slide 19 - Quiz

Waarom is het boekje voor basisschoolleerlingen volgens Den Hamer niet bedoeld als reclame?

Slide 20 - Open question

In welke zin van het slot staat het belangrijkste uit de tekst nog een keer?
A
In de eerste zin van het slot
B
In de tweede zin van het slot

Slide 21 - Quiz