This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
2.4. Bevruchting en zwangerschap
Slide 1 - Slide
Herhaling: Welke letter in de afbeelding van het vrouwelijke voortplantingsstelsel geeft een orgaan aan dat ook in het mannelijk voortplantingsstelsel voorkomt?
A
P
B
R
C
T
D
Q
Slide 2 - Quiz
Herhaling: Wat hoort bij het voortplantingsstelsel van de man?
A
borsten, zaadcellen en zaadleider
B
schaamhaar, eikel, penis
C
o.a. penis, ballen, prostaat
D
o.a. voorhuid, penis, eicellen
Slide 3 - Quiz
Leerdoelen
- Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting.
- Je kunt de verschillen in de functie van zaadcellen en eicellen noemen.
- Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven.
- Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan.
Slide 4 - Slide
Bevruchting:
- eicel + zaadcel
- celkernen smelten samen
Slide 5 - Slide
Bevruchting:
- eicel + zaadcel
- celkernen smelten samen
Waar komt het grootte verschil vandaan?
Slide 6 - Slide
Bevruchting van een eicel
Slide 7 - Slide
Zwangerschap
Zwanger
niet-zwanger
Gele lichaam blijft in stand = maakt hormonen
Slide 8 - Slide
Innesteling
Eileider: delen van cellen Innesteling: baarmoeder
Eerste delingen van de bevruchte eicel
Slide 9 - Slide
Ontwikkeling van embryo en placenta
Placenta/moederkoek
Slide 10 - Slide
Embryo wordt vanaf de 3de maat een foetus
Slide 11 - Slide
Tweelingen
Twee-eiige tweeling
Eeneiige tweeling
Wat is het verschil?
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Hoe heet het moment dat de bevruchte eicel zich in het baarmoederslijmvlies vastzet
A
Nesteling
B
Nesteldrang
C
Innesteling
D
Erinnesteling
Slide 14 - Quiz
Wat is het verschil tussen een 1-eiige tweeling en een 2-eiiege tweeling?