This lesson contains 10 slides, with text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 10 min
Items in this lesson
§ 1.2 Intertemporele substitutie
Wanneer zul je sparen en wanneer juist lenen?
Kernwoorden:
- algemene prijs van tijd
- individuele prijs van tijd
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Algemene prijs van tijd
Als je geld spaart, stel je consumptie uit en krijg je rente. Als je geld leent, vervroeg je consumptie en moet je rente betalen.
De rente die gezinnen / bedrijven betalen of krijgen is de algemene prijs van tijd.
Slide 3 - Slide
Intertemporele substitutie
Lenen is het vervroegen van consumptie en sparen is het uitstellen van consumptie.
Dit noemen we intertemporele substitutie, d.w.z. ruilen over de tijd.
Slide 4 - Slide
Lenen vs. sparen: tijdsvoorkeur
Mensen sparen als wat het oplevert meer is dan wat ze ervoor moeten opgeven. M.a.w. als de algemene prijs van tijd ................................ is dan hun individuele prijs van tijd.
Dat kan voor iedereen verschillend zijn.
Iemand die grote voorkeur heeft voor consumptie nu in plaats van later (die dus niet graag wacht / spaart), heeft een hoge tijdsvoorkeur.
Slide 5 - Slide
Lenen vs. sparen: tijdsvoorkeur
Mensen sparen als wat het oplevert meer is dan wat ze ervoor moeten opgeven. M.a.w. als de algemene prijs van tijd groter is dan hun individuele prijs van tijd.
Dat kan voor iedereen verschillend zijn.
Iemand die grote voorkeur heeft voor consumptie nu in plaats van later (die dus niet graag wacht / spaart), heeft een hoge tijdsvoorkeur.
Slide 6 - Slide
Mensen ........................ als hun individuele prijs van tijd hoger is dan de algemene prijs van tijd.
Mensen .......................... als hun individuele prijs van tijd lager is dan de algemene prijs van tijd.
Slide 7 - Slide
Mensen lenen als hun individuele prijs van tijd hoger is dan de algemene prijs van tijd.
Mensen sparen als hun individuele prijs van tijd lager is dan de algemene prijs van tijd.