This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
Multiple choice inzichtvragen
Slide 1 - Slide
De veldlijnen van een elektrisch veld beginnen of eindigen bij een lading, maar de veldlijnen van een magnetisch veld beginnen of eindigen eigenlijk nergens.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
De pijl in een magnetische veldlijn geeft de richting van de kracht op een zuidpool aan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
De pijl in een magnetische veldlijn geeft de richting van een kompasnaald aan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
De aarde is een permanente magneet.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Elk atoom is een magneet en Weissgebiedjes zijn groepjes atomen die hetzelfde georiënteerd zijn.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Twee permanente magneten trekken elkaar aan door magnetische influentie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
De windingen van een stroomspoel waar stroom door stroomt creëren samen een netto magnetisch veld.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Bij de rechterhandregel voor stroomdraden en spoelen staan je vingers in de richting van de stroom.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Bij een homogeen magnetisch veld is de veldlijnendichtheid een maat voor de veldsterkte.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Van heel dichtbij is elk magnetisch veld homogeen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
De Lorentzkracht op een geladen deeltje verricht geen arbeid.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
in een cirkelvormige deeltjesversneller zijn elektrische velden nodig voor de versnelling.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
In beide formules voor de Lorentzkracht gaat het om de kracht op de geladen deeltjes.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Een Tesla is een Weber per vierkante meter.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
De inductiespanning is recht evenredig met de tijdafgeleide van de magnetische flux.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Het kost meer kracht om een permanente magneet door een spoel met een gesloten stroomkring te bewegen dan door een spoel met een open stroomkring.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Een dynamo werkt vanwege de inductiewet van Faraday.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Een microfoon werkt niet op basis van de inductiewet van Faraday.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Op het steilste deel van de (flux, tijd) grafiek is de inductiespanning het hoogst.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
een dynamo en een microfoon werken op basis van de Lorentzkracht en de elektromotor en luidspreker op basis van de Lorentzkracht.