Les 2, introductie

Welkom bij 
1 / 35
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom bij 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • rondje namen
  • wat staat je dit jaar te wachten
  • waarom het vak Nederlands afspraken bespreken
  • uitleg lezen en boeken
  • quizje Lessonup

Slide 2 - Slide

Na deze les:
  •  weet je hoe mijn les en het vak Nederlands eruit ziet dit jaar
  • weet je waarom Nederlands en lezen belangrijk is
  • weet je de regels en afspraken
  • weet je hoe je een boek moet uitzoeken

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat gaan we dit jaar doen 1mh
  • 4 lesuren Nederlands, waarvan 1 blokuur (2 lesuren achter elkaar)
  • huiswerk
  • proefwerken
  • so's 
  • lezen
  • opdrachten bij boek
  • we werken met het boek Nieuw Nederlands, ook online

Slide 7 - Slide

Wat gaan we dit jaar doen 2mh
  • 4 lesuren Nederlands, waarvan 1 blokuur (2 lesuren achter elkaar)
  • huiswerk
  • proefwerken
  • so's 
  • lezen
  • opdrachten bij boek
  • we werken met het boek Nieuw Nederlands, ook online

Slide 8 - Slide

Wat gaan we dit jaar doen 1hv
  • 3 lesuren Nederlands
  • huiswerk
  • proefwerken
  • so's 
  • lezen
  • opdrachten bij boek
  • we werken met het boek Nieuw Nederlands, ook online

Slide 9 - Slide

Nieuw Nederlands
Open je boek op bladzijde 6 en 7. NN heeft 4 thema's en 7 cursussen.
  • Thema: behandelt 9 paragrafen over 1 onderwerp met een eindopdracht
  • Cursus: paragrafen over 1 vaardigheid (spelling/grammatica/Lezen)

ONLINE: Een leeshulp, uitlegvideo's, extra oefeningen én 2 extra cursussen. 
Huiswerk: geef ik op tijdens de les en in SOMtoday
Afkortingen: pw, so, hw, opdr. Blz.....wat betekenen deze afkortingen?
Heb je vragen over het boek? Stel ze!





Slide 10 - Slide

Waarom is Nederlands belangrijk
  • Dagelijks leven: appje sturen of lezen
  • Onderwijs en werk:  bij alle vakken heb je Nederlands nodig. Uitleggen, instructies lezen, communiceren met collega's.
  • Communicatie met anderen: goed Nederlands helpt je om duidelijk en overtuigend te zijn, mensen begrijpen je beter en nemen je serieuzer

Slide 11 - Slide

Waarom is lezen belangrijk?
- beter taalgevoel: dit helpt bij alle vakken op school
- Verbeelding en creativiteit: het neemt je mee naar andere werelden, je fantasie wordt geprikkeld
-Beter presteren op school: je concentratie verbetert, lange teksten zijn beter te begrijpen
- Ontspanning: het helpt je om alles om je heen te vergeten


Slide 12 - Slide

Lezen
* lezen erg belangrijk
* 3 boeken dit jaar
* verschillende schrijvers
* boek 1: geen opdracht  
* boek 2:  een praktisch opdracht
* boek 3:  geen opdracht


https://www.lezenvoordelijst.nl/
Boeken voor 12 jaar of ouder! (C  of D-boeken)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Voor we echt van start gaan
1. Noteer je naam op het blaadje

2. Zijn er zaken of dingen die jij vindt dat ik van je weet? Waar moet ik mee rekening houden in de les.

3. Waar wil je graag aan werken tijdens de Nederlandse les? Waar wil je nog beter in worden, of wat vond je lastig vorig jaar?

4. Welke boeken zou je dit jaar willen lezen?  Welke boeken vond je vorig jaar leuk?

Slide 15 - Slide

Voor we echt van start gaan
1. Noteer je naam op het blaadje

2. Zijn er zaken of dingen die jij vindt dat ik van je weet? Waar moet ik mee rekening houden in de les.

3. Waar wil je graag aan werken tijdens de Nederlandse les? Waar wil je nog beter in worden, of wat vind je lastig?

4. Welke boeken zou je dit jaar willen lezen?  Welke soort boeken (genre) vind je leuk?

Slide 16 - Slide

Werken in je schrift
  • Zet altijd boven de opdracht het onderwerp en het bladzijdenummer
  • Zet in de kantlijn het nummer van de opdracht

Slide 17 - Slide

Fictie

= verzonnen (realistisch/niet-realistisch)

voorbeelden:

sciencefiction
thriller / horror
fantasy
games
toneelstukken
tv-series
strips
tekenfilms


Non- Fictie

= niet verzonnen

voorbeelden:

schoolboeken
nieuwsberichten
kookboeken
documentaire
journaal / nieuws op tv
agenda
biografie
reisgidsen

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Een boek kiezen
Kies een boek dat bij je past.
Kijk goed naar waar het boek over gaat en of het je aanspreekt.

Bekijk de voorkant: lees de titel en bekijk het plaatje
Lees de flaptekst (dit is de achterkant)

Het zoeken is lastig. Hoe en waar moet je beginnen?

Slide 20 - Slide

Genres
Soorten verhalen noemen we genres.

  • historische boeken;
  • detectives;
  • oorlogsverhalen;
  • sprookjes;
  • griezelverhalen;
  • avonturenverhalen;
  • liefdesverhalen.
  • biografieën

Slide 21 - Slide

Niveaus
A = 6-9 jaar
B = 9-12 jaar
C = 12 jaar en ouder
D = 15 jaar en ouder

Jullie kiezen boeken van c- of d-niveau.

Slide 22 - Slide

Quiz

Laat maar eens zien wat je al weet!

Slide 23 - Slide

Hoe heet deze schrijfster?
A
Thea Beckman
B
Annie M.G. Schmidt
C
Carry Slee
D
Mel Wallis de Vries

Slide 24 - Quiz

In welk land wordt geen Nederlands gesproken?
A
Aruba
B
België
C
Suriname
D
Luxemburg

Slide 25 - Quiz

Hoe heet de hoofdpersoon in het boek Het leven van een loser?
A
Bram Bootmans
B
Bram Botermans
C
Bram Boot
D
Bram Boterham

Slide 26 - Quiz

Hoeveel letters heeft het alfabet?
Antwoord in cijfers.

Slide 27 - Open question

De woorden 'de', 'het' en 'een' zijn...
A
Lidwoorden
B
Werkwoorden
C
Voorzetsels
D
Zelfstandige naamwoorden

Slide 28 - Quiz

Hoe schrijf je 'worden' in onderstaande zin?
Ik ... steeds beter in Nederlands!
A
word
B
wordt
C
wort
D
worden

Slide 29 - Quiz

De persoonsvorm van een zin vind je door...
A
te vragen 'wie' of 'wat'?
B
de zin in een andere tijd te zetten.
C
van enkelvoud meervoud te maken (of andersom).
D
te vragen 'wanneer' of 'waar'?

Slide 30 - Quiz

Wat is het verschil tussen fictie en non-fictie?
A
Fictie is echt gebeurd. Non-fictie is verzonnen.
B
Fictie is verzonnen. Non-fictie is echt gebeurd.

Slide 31 - Quiz

Welke vraag heb je nog
over het vak Nederlands?

Slide 32 - Mind map

Je weet nu
Wat je dit jaar een beetje te wachten staat
Dat je een boek moet kiezen

Slide 33 - Slide

Vragen?

Slide 34 - Slide

Einde les
Neem mee voor de volgende keer:

  • leesboek
  • laptop
  • boek
  • schrift
  • pen

Slide 35 - Slide