8.2.2 Regelmaat in een tabel

Welkom
Dit leg ik op tafel:

Laptop --> dicht
Etui       --> pen/potlood en rekenmachine. 
Map      --> open

Gelukt = stil zijn en wachten :) 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Dit leg ik op tafel:

Laptop --> dicht
Etui       --> pen/potlood en rekenmachine. 
Map      --> open

Gelukt = stil zijn en wachten :) 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Vorige les

Slide 3 - Slide

Planning
Uitleg 15 min
Werken 30 min --> opgesplitst in delen
Les afronden 5 min

Slide 4 - Slide

Leerdoel trede 8
week 3

Je tekent een grafiek bij een (woord)formule. Je gebruikt grafieken, tabellen of woordformules om problemen op te lossen.


 

Slide 5 - Slide

Wat gaan wij leren vandaag?




  1. Je tekent bij een woordformule, met behulp van een tabel, een grafiek.
  2. Je tekent bij een formule een grafiek (eventueel met behulp van een tabel).
































Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

y=ax+b
De hoogte van Maartje’s kleedgeld wordt iedere maand op de volgende manier bepaald: ze krijgt
sowieso €75,-, maar voor elke voldoende die ze haalt op school krijgt ze er €1,50 bij. 

Slide 8 - Slide

We gaan aan de slag!
Doelen deze week:

Les 1: 8.2. Diagnostische oefeningen
Les 2: 8.2.2 Regelmaat in een tabel
Les 3: 8.3.1 Van formule naar grafiek




Slide 9 - Slide

Wat hebben wij geleerd?



  1. Je tekent bij een woordformule, met behulp van een tabel, een grafiek.
  2. Je tekent bij een formule een grafiek (eventueel met behulp van een tabel).

















Slide 10 - Slide

Kan ik het nu?
Lars maakt elke zaterdag zijn wiskunde huiswerk. Het duurt altijd 10 minuten om zijn spullen klaar te leggen, en hij doet 5 minuten over één wiskunde som. 

1. Noteer de formule in de standaardvorm. y = ax+b
 2. Hoe lang is hij bezig met 3 sommen?
 3. En met 9? en met 12?  

Slide 11 - Slide

Noteer de formule in de standaardvorm. y = ax+b
 h = 5a+10
h = tijd huiswerk / a = aantal sommen 
Hoe lang is hij bezig met 3 sommen?
5∙3+10= 25 minuten

En met 9? en met 12?
5∙9+10= 55 minuten / 5∙12+10= 70 minuten
  

Slide 12 - Slide