This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
P R O E F T O E T S
Slide 2 - Slide
Je hebt de cilindersterkte en nauwkeurige as bepaald. Je gaat terug naar de letters en je past de sterkte aan met S – 0,25. Wat is de volgende stap van de refractie?
A
De rood/groen test
B
Naar neutraal optotype om met de KC de as en de sterkte te controleren.
C
Naar neutraal optotype om met de KC de as te controleren.
D
Naar neutraal optotype om met de KC de sterkte te controleren.
Slide 3 - Quiz
Welke sterkte heeft een KC van 0,50?
A
S – 0,50 = C – 1,00.
B
S – 0,25 = C – 0,50.
C
S +0,25 = C – 0,50.
D
S +0,50 = C – 1,00.
Slide 4 - Quiz
Wat geef je aan sterkte als je, vanuit de gemengde situatie, de cilinder corrigeert met KC 0.25?
A
C – 0,50.
B
S – 0,25 = C – 0,50.
C
S + 0,25.
D
S + 0,25 = C – 0,50
Slide 5 - Quiz
Hoeveel graden mag een cilinder afwijken bij een cilinder van C -2.75?
A
1.0°.
B
1,8°.
C
2.5°.
D
0.8°.
Slide 6 - Quiz
Een klant geeft aan voorkeur rood te hebben bij de rood/groen test. Bij het voorhouden van S -0.25 wordt de voorkeur gelijk. Wat moet je doen?
A
S -0.25 niet geven, eerst terug naar de optotypen, S -0.25 opnieuw voorhouden en controleren of er visusverbetering ontstaat.
B
S -0.25 geven, terug naar de stippen en opnieuw de cilindersterkte en cilinderas controleren.
C
S -0.25 niet geven, terug naar de stippen en opnieuw de cilindersterkte en cilinderas controleren.
D
S -0.25 geven, terug naar de optotypen en controleren met S +0.25 of het gelijk blijft.
Slide 7 - Quiz
Bij HG/HV blijft de visus <0,20. Je gaat naar de stralenkrans. Wat zijn de volgende drie stappen van de refractie?
A
Voorkeur bepalen, brandlijncontrole, 2/3 van de geschatte cilinder plaatsen.
B
Voorkeur bepalen, brandlijncontrole, vlijen.
C
Voorkeur bepalen, vlijen, brandlijncontrole.
D
Voorkeur bepalen, vlijen, een deel van de geschatte cilinder plaatsen.
Slide 8 - Quiz
De benodigde sterkte is S –2,25 = C –2,50 as 10°. In de pasbril zit een sterkte van S –2,25 = C –2,50 as 16°. Welke stand hebben de brandlijnen door deze fout geplaatste cilinder?
A
Voorste brandlijn stand 13°, achterste brandlijn 103°.
B
Voorste brandlijn stand 58°, achterste brandlijn 148°.
C
Voorste brandlijn stand 103°, achterste brandlijn 13°.
D
Voorste brandlijn stand 148°, achterste brandlijn 58°.
Slide 9 - Quiz
De maximale visus is 1,0. De brandlijn in de 155° richting ligt op het netvlies. De andere brandlijn ligt er 1,5 mm achter. Met welke sterkte bereik je HG/HV?
A
S – 3,75.
B
S plan.
C
S +2,75.
D
S +3,75.
Slide 10 - Quiz
De visus bij HG/HV is 0.9. Je gaat KC-en vanuit een gemengde situatie. Met welke sterkte bereik je een gemengde situatie?
A
S – 0,25.
B
S – 0,50.
C
S – 0.75.
D
S – 1,00.
Slide 11 - Quiz
De oogfout is S +3.00 = C +1.75 as 115°. Je plaatst per ongeluk de cilinder op 105° in de pasbril. Welke sterkte hoort er bij de ontstane KC-fout?
A
S +0.30 = C -0.60 as 155°
B
S +0.30 = C -0.60 as 65°
C
S +0.30 = C -0.60 as 160°
D
S +0.30 = C -0.60 as 60°
Slide 12 - Quiz
Wanneer geeft het visusverschil tussen beide KC-standen het minst verschil?
A
Als je meet vanuit een enkelvoudig hypermetrope situatie.
B
Als je meet vanuit een enkelvoudig myope situatie.
C
Als je meet vanuit een gemengde situatie.
D
Als je meet vanuit een samengesteld myope situatie.
Slide 13 - Quiz
Je bent bezig met het bepalen van de cilindersterkte. Welk cilinderglas geef je wanneer de klant de voorkeur geeft de rode stippen?
A
C -0.25.
B
C -0.50.
C
C +0.25.
D
C +0.50
Slide 14 - Quiz
De correctie in de pasbril heeft een sterkte van S –2,25 = C –1,50 as 100° als je met de KC de cilinder gecorrigeerd hebt. In welke richting houd je de rode stippen om de nauwkeurige as te bepalen?
A
Rode stippen in de 10° en 100°.
B
Rode stippen in de 55° en 145°.
C
Rode stippen in de 60° en 150°.
D
Rode stippen in de 90° en 180°.
Slide 15 - Quiz
Welke visusverandering ontstaat er bij 1.00 dpt astigmatisme?
A
0.1.
B
0.2.
C
0.3.
D
Geen visusverschil.
Slide 16 - Quiz
Kijk naar het brandlijnenschema hieronder. Welke correctie is hier nodig om beide brandlijnen op het netvlies te krijgen?
A
S +0.50 = C -1.00 as 135°.
B
S +0.50 = C -1.00 as 45°.
C
S -0.50 = C -1.00 as 135°.
D
S -0.50 = C -1.00 as 45°.
Slide 17 - Quiz
Je gaat de globale as bepalen. Je houdt de rode stippen in de 180° en in de 90°. De voorkeur is 90°. Daarna houd je de stippen in de 45 en de 135°. Hierbij is er geen verschil. In welke richting plaats je de cilinder?
A
67,5°.
B
90°.
C
112,5°.
D
180°.
Slide 18 - Quiz
De oude brilsterkte is S -1.25 = C -2.00 as 150°. De nieuwe brilsterkte is S -2.00 = C -2.50 as 150°. De maximale visus is 1.0. Wat is de beginvisus als je gaat meten vanuit de oude brilsterkte?
A
0.65.
B
0.75.
C
0.6.
D
0.50.
Slide 19 - Quiz
De beginvisus is 0.5. Met welk glas begin je de refractie?