3.5 Afval

KNM
thema 3 
Wonen
1 / 23
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

KNM
thema 3 
Wonen

Slide 1 - Slide

3.5 Afval
Wat ga je deze les leren?
  1. Ik weet waar ik mijn afval weg moet gooien.
  2. Ik weet waarom ik afval moet scheiden.


Slide 2 - Slide

Deze woorden moet je begrijpen.
(zie woordenlijst)

afval scheiden                                                              
de afvalkalender
het chemisch afval
de container
de gtf-bak
het grofvuil
recyclen
het textiel
het vuilnis

Slide 3 - Slide

Afval

Slide 4 - Mind map

Afval?
afval = vuilnis
afvalkalender kijk in de app (heb je dat?)
afval scheiden = apart weggooien in een container
               gft-bak=groente en fruit
               papier
               plastic
               restafval = alles wat overblijft 

Slide 5 - Slide

Overig afval
  • kleding: textielbak
  • glas: glasbak
  • olie, frituurvet: bij supermarkt
  • chemisch afval (batterijen, lampen, 
apparaten): bouwmarkt of bij de 
supermarkt.

Slide 6 - Slide

Doe jij thuis het afval scheiden?
A
Altijd
B
Vaak
C
Soms
D
Nee

Slide 7 - Quiz

Waarom moet je afval scheiden?
Recyclen = opnieuw gebruiken

<link> recyclen
<link> saver

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Link

Praat samen
  1. Waar gooi jij het afval in?
  2. Hoe vaak komen ze afval ophalen? Welke dagen?
  3. Heb je weleens batterijen of ander afval weggegooid bij een bouwmarkt of supermarkt?

Slide 11 - Slide

Boek KNM
Lees 3.5 Afval blz. 40

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Tot slot...
Wat heb je geleerd?

Welke nieuwe woorden heb je geleerd?

Slide 14 - Slide

Welk cijfer geef je deze les?
(Tussen 0 en 10)

Slide 15 - Open question

Waar moet je lege batterijen weggooien?
A
In de gft-bak
B
In de vuilnisbak
C
Bij een afvalpunt (bouwmarkt of supermarkt)
D
Bij plastic

Slide 16 - Quiz

Waar moet je een melkpak weggooien?
A
Bij plastic
B
Bij gft

Slide 17 - Quiz

De afvalcontainer is vol.
Wat moet je met de vuilniszak doen?
A
De vuilniszak naast de container zetten.
B
De vuilniszak mee terug naar huis nemen. Weggooien als de container weer leeg is.
C
De vuilniszak bij de voordeur van de buren zetten.

Slide 18 - Quiz

Afval apart weggooien noem je ....?:
A
Restafval
B
Afvalkalender
C
Afval scheiden

Slide 19 - Quiz

Wat betekent recyclen?
A
Opnieuw gebruiken
B
Restafval
C
Afvalkalender

Slide 20 - Quiz

Oude kleren en gordijnen noem je....?
A
Gft
B
Plastic
C
Textiel

Slide 21 - Quiz

Welk afval mag je niet in de vuilnisbak gooien?
A
Chemisch
B
Rest

Slide 22 - Quiz

Waar moet je een glazen pot weggooien?
A
Bij chemisch afval
B
In de glasbak
C
Bij papier
D
Bij plastic

Slide 23 - Quiz