Argumenteren aub-model - les 1

ARGUMENTATIE
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 3,4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

ARGUMENTATIE

Slide 1 - Slide

Doel van de les
  • Ik herken standpunten en argumenten. (herhaling)
  • Ik weet hoe ik een goed argument bedenk.
  • Ik maak een sterk argument o.b.v. het aub-model.

Slide 2 - Slide

Opdracht: herkennen van standpunt en argument,

Maak de opdracht op het blad.
Na een 3 minuten bespreken we de antwoorden.

Slide 3 - Slide

Argumenten bedenken bij een stelling
HOE DOE JE DAT?

Slide 4 - Slide

Argumenten bedenken bij een stelling
1. Over welk probleem gaat de stelling? Waarom is dat erg?
2. Wat zijn de voordelen of nadelen?
3. Wie zijn er bij de stelling betrokken? Is de verandering die komt door de stelling goed of slecht voor die mensen?



Slide 5 - Slide

Stelling: mobiele telefoons op school moeten verboden worden
      VOORSTANDER

Slide 6 - Slide

Stelling: mobiele telefoons op school moeten verboden worden
Vraag 1: 
Over welk probleem gaat de stelling? Waarom is dat erg?






Slide 7 - Slide

Stelling: mobiele telefoons op school moeten verboden worden
1. Over welk probleem gaat de stelling? Waarom is dat erg?

Slide 8 - Open question

Stelling: mobiele telefoons op school moeten verboden worden
Vraag 1: Over welk probleem gaat de stelling? Waarom is dat erg?

"Het probleem is dat telefoons voor veel afleiding in de klas zorgen. Daarom letten leerlingen minder goed op en halen ze minder goede cijfers."
"Zonder afleiding van de telefoon krijg je de lesstof beter mee. Dat is goed want dan halen leerlingen hogere cijfers."
"Het is erg, omdat leerlingen de lesstof minder goed meekrijgen. Zonder afleiding van telefoons halen leerlingen hogere cijfers."




Slide 9 - Slide

Stelling: mobiele telefoons op school moeten verboden worden
Vraag 1: Over welk probleem gaat de stelling? Waarom is dat erg?
"Het probleem is dat telefoons voor veel afleiding in de klas zorgen. Daarom letten leerlingen minder goed op en halen ze minder goede cijfers."
"Zonder afleiding van de telefoon krijg je de lesstof beter mee. Dat is goed want dan halen leerlingen hogere cijfers."
"Het is erg, omdat leerlingen de lesstof minder goed meekrijgen. Zonder afleiding van telefoons halen leerlingen hogere cijfers."

Argument 1 zou dus zijn:
"Telefoons moeten verboden worden op school, want ze zorgen voor afleiding in de les. Dat is erg, omdat leerlingen dan lagere cijfers halen."


Slide 10 - Slide

Stelling: mobiele telefoons op school moeten verboden worden
Vraag 2: Wat is een voordeel  van een verbod?




Slide 11 - Slide

2. Wat is een voordeel van een verbod op mobiele telefoons op scholen?

Slide 12 - Open question

Stelling: mobiele telefoons op school moeten verboden worden
Vraag 2: Wat is een voordeel  van een verbod?

"Een voordeel is dat leerlingen niet stiekem gefilmd kunnen worden. Online worden veel filmpjes gedeeld van leerlingen die gepest worden. Of per ongeluk iets doms doen. Het is voor die leerlingen heel erg dat dat dit filmpje door iedereen bekeken kan worden."




Slide 13 - Slide

Stelling: mobiele telefoons op school moeten verboden worden
Vraag 2: Wat is een voordeel van een verbod?

"Een voordeel is dat leerlingen niet stiekem gefilmd kunnen worden. Online worden veel filmpjes gedeeld van leerlingen die gepest worden. Of per ongeluk iets doms doen. Het is voor die leerlingen heel erg dat dat dit filmpje door iedereen bekeken kan worden."

Argument 2 zou dus zijn:
"Telefoons moeten op school verboden worden, want dan kunnen leerlingen niet stiekem vervelende filmpjes van elkaar maken en online delen."

Slide 14 - Slide

Stelling: mobiele telefoons op school moeten verboden worden
VRAAG 3. 
Wie zijn er bij de stelling betrokken? 
Is de verandering die komt door de stelling goed of slecht voor die mensen?




Slide 15 - Slide

Wie zijn er bij de stelling betrokken?
Is de verandering die komt door de stelling goed of slecht voor die mensen?

Slide 16 - Open question

Stelling: mobiele telefoons op school moeten verboden worden
vraag 3. Wie zijn er bij de stelling betrokken? Is de verandering die komt door de stelling goed of slecht voor die mensen?
"Leerlingen en docenten."
 Het effect op de leerlingen: "Zij zullen hogere cijfers halen (argument 1). En leerlingen kunnen niet meer stiekem vervelende filmpjes van elkaar maken en online delen (argument 2)."
 Het effect op de leraren: "Omdat leerlingen niet meer afgeleid zijn door hun mobieltjes, letten ze beter op in de les."


Slide 17 - Slide

Stelling: mobiele telefoons op school moeten verboden worden
vraag 3. Wie zijn er bij de stelling betrokken? Is de verandering die komt door de stelling goed of slecht voor die mensen?
"Leerlingen en docenten."
 Het effect op de leerlingen: "Zij zullen hogere cijfers halen (argument 1). En leerlingen kunnen niet meer stiekem vervelende filmpjes van elkaar maken en online delen (argument 2)."
 Het effect op de leraren: "Omdat leerlingen niet meer afgeleid zijn door hun mobieltjes, letten ze beter op in de les. Docenten kunnen dan beter lesgeven."

Argument 3 zou dus zijn:
"Mobiele telefoons moeten verboden worden op school, want leraren geven nu voor niets les als leerlingen steeds op hun mobiel kijken."

Slide 18 - Slide

0

Slide 19 - Video

Wat vind je sterk aan de presentatie van de voorstander?

Slide 20 - Open question

Opdracht
Vul in tweetallen de opdracht op blad 2 in.
Je bent nu de tegenstander!
Je krijgt hier 10 minuten voor.
Daarna gaan we enkele argumenten bespreken.

Slide 21 - Slide

Ik kan een goed argument bedenken door een van de drie vragen te gebruiken.

ja
nee
een beetje

Slide 22 - Poll

 AUB-model

Slide 23 - Slide

Argumenten sterk maken (AUB)
Argument:         noem je argument
Uitleg:                 geef uitleg waarom dit goed of slecht is
Bijvoorbeeld:   geef een situatie om het te verduidelijken



Slide 24 - Slide

0

Slide 25 - Video

Stelling 
Leerlingen mogen pas werken na het behalen van hun eindexamen.

Slide 26 - Slide

Bedenk een argument als tegenstander van de stelling (geef nog geen uitleg)

Slide 27 - Open question

Geef uitleg bij je argument (dat is goed..., dat is slecht....)

Slide 28 - Open question

Geef een voorbeeld bij je argument en uitleg (Stel je voor....)

Slide 29 - Open question

Argumenten sterk maken (AUB)
Argument:    
     
Uitleg:        
         
Bijvoorbeeld:   



Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Opdracht
Vul in tweetallen de opdrachten op blad 3 in.
Je krijgt hier 10 minuten voor.
Daarna gaan we enkele argumenten bespreken.

Slide 32 - Slide

Ik kan een sterk argument maken op basis van het aub-model.

ja
nee
een beetje

Slide 33 - Poll