week 8 les 2

  • Nakijken diagnostische toets
  • vragen grammatica
  • parler
Le but: à la fin de ce cours:
  • heb ik geoefend met de grammatica voor de toets
  • heb ik geoefend met de zinnen van parler et écrire en de uitspraak ervan.

1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

  • Nakijken diagnostische toets
  • vragen grammatica
  • parler
Le but: à la fin de ce cours:
  • heb ik geoefend met de grammatica voor de toets
  • heb ik geoefend met de zinnen van parler et écrire en de uitspraak ervan.

Slide 1 - Slide

Nakijken diagnostische toets
Nog vragen erover?

Slide 2 - Slide

Toets: wat kun je verwachten?
5 zinnen  - vertaal het Franse woord (5 punten)
5 zinnen - kies uit juiste Franse woord en vertaal het (10 punten)
10 NL woorden - vertalen naar Frans (10 punten)
10 zinnen - kies het juiste NL woord van de 10 woorden (10 punten)
Woordjes

Slide 3 - Slide

5x vertalen juiste vorm van aller (5 punten)

6 zinnen ontkenning - soms ook regelmatig ww -er veranderen
Bijv. La fenêtre est bleue? Non, la fenêtre n'est pas bleue
C'est joli? Non, ce n'est pas joli. (6 punten)



Tekst
Grammatica

Slide 4 - Slide

! 16 punten - bijvoeglijk naamwoord
Soms alleen juiste vorm voor achter zelfst. nmw plaatsen
sympa      il est un  ..........garçon ...........
vieux     Elle a une .......grand-mère ..........
Soms vertaal het deel tussen haakjes
Il a (een rode tafel)
Tekst
Grammatica

Slide 5 - Slide

4 zinnen - 8 punten

Leer de standaardzinnen goed uit je hoofd
Soms worden sommige gedeeltes vervangen door andere woorden.
Bijv. Ik woon in een klein dorp
Mijn bed staat voor/naast/ tegenover het raam.
Tekst
Zinnen

Slide 6 - Slide

4 zinnen - 8 punten

Il n'y a pas de .... Er is geen.....

Zie zin 8 blz 136.
Tekst
Zinnen

Slide 7 - Slide

Maak ontkennend:
Ton prof est sympa?
Non, il ..........................

Slide 8 - Open question

Il aime beaucoup le coca.
Non, il ..............

Slide 9 - Open question

Vous habitez à Delft?
Non, je ........

Slide 10 - Open question

C'est joli?
Non, ce ..................

Slide 11 - Open question

Sophie est (een frans meisje) qui habite à Paris.

Slide 12 - Open question

Alice porte une ...... robe .....
(nieuw)

Slide 13 - Open question

Il a une ......note ....... (goed)

Slide 14 - Open question

Dans ce film il y a (een leuke actrice)

Slide 15 - Open question

Casper est (een nederlandse jongen)

Slide 16 - Open question

zin 8 apprendre 9: Il n'y a pas de
Maak andere zin.

Slide 17 - Mind map

Zinnen maken - travailler à deux
Stel elkaar de vragen zoals bij apprendre 7 en 9

Verander de antwoorden zodat ze passen bij jouw situatie

Bijv. Mijn bed staat tegen de muur, mijn stoel staat voor het bureau.
gebruik voorzetsels zoals in apprendre 10

Zin 8 apprendre 9: Il n'y a pas de = er is geen........


Slide 18 - Slide

Gimkit
Ga naar classroom voor de link
Iedereen maakt 1 vraag 
- vocabulaire of grammatica

Daarna strijden jullie tegen elkaar.



Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Slide 21 - Link

Slide 22 - Video