antwoorden hoofdstuk 5

OPDRACHT 5.01
b. Belangrijke punten van EHBO
• Zorgen dat de situatie veilig is
• Zorgen dat hij niet in contact komt met bloed van het slachtoffer
• De hand, waaraan het letsel, goed hoog houden
• Druk uitoefenen op de plaats van de wond. Daarvoor handschoenen of verbandmateriaal gebruiken. Bij afwezigheid kan ook een theedoek of kledingstuk gebruikt worden
• De wond schoonspoelen met lauw stromend water van de kraan of ander drinkbaar water. Laat het water rechtstreeks op de wond stromen om het vuil uit de wond weg te spoelen.
• Droog de omgeving van de wond met een schone doek.
• Dek de snijwond af
• Was je handen na het behandelen van de wond
c. Eigen antwoord leerling
d. Dat de wond geïnfecteerd kan zijn. Ook kan de wond zo diep zijn dat er sprake is van ander letsel (aan het vingerkootje). De huisarts zal nagaan of het slachtoffer beschermd is tegen tetanus.

1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

OPDRACHT 5.01
b. Belangrijke punten van EHBO
• Zorgen dat de situatie veilig is
• Zorgen dat hij niet in contact komt met bloed van het slachtoffer
• De hand, waaraan het letsel, goed hoog houden
• Druk uitoefenen op de plaats van de wond. Daarvoor handschoenen of verbandmateriaal gebruiken. Bij afwezigheid kan ook een theedoek of kledingstuk gebruikt worden
• De wond schoonspoelen met lauw stromend water van de kraan of ander drinkbaar water. Laat het water rechtstreeks op de wond stromen om het vuil uit de wond weg te spoelen.
• Droog de omgeving van de wond met een schone doek.
• Dek de snijwond af
• Was je handen na het behandelen van de wond
c. Eigen antwoord leerling
d. Dat de wond geïnfecteerd kan zijn. Ook kan de wond zo diep zijn dat er sprake is van ander letsel (aan het vingerkootje). De huisarts zal nagaan of het slachtoffer beschermd is tegen tetanus.

Slide 1 - Slide

OPDRACHT 5.02
a. Een bacterie, virus, schimmel of ander micro-organisme waar je ziek van wordt.
b. Een infectie betekent dat ziekteverwekkende micro-organismen in je lichaam binnendringen en een ontsteking veroorzaken.
c. Verschijnselen als de wond geïnfecteerd is:
• Roodheid
• Zwelling
• Warmte
• Pijn
• Verlies van functie
d. Eigen antwoord leerling.


Slide 2 - Slide

OPDRACHT 5.03
a. Tetanus is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door een bacterie (Clostridium tetani). Je kunt besmet raken via een vuile wond. Bijvoorbeeld doordat er straatvuil, aarde of resten van uitwerpselen van dieren in de wond terecht zijn gekomen. Ook via een beet van een dier kun je besmet raken. Vooral wondjes die klein, maar wel diep zijn vormen een risico, omdat de bacterie goed gedijt in een zuurstofarme omgeving.
b. Ziekteverschijnselen van tetanus:
• Stijfheid bij de wond.
• Pijnlijke spierkrampen. Door de spierkrampen kan iemand slikklachten krijgen en ademhalingsproblemen. Iemand kan ook helemaal verkrampen, waardoor het lichaam als een soort hoepel krom trekt.
• Als complicaties kunnen er botbreuken en hartproblemen ontstaan. Zonder goede behandeling is tetanus dodelijk.

Slide 3 - Slide

OPDRACHT 5.04
Zoek op internet op welke verschillende vormen snelverband er zijn.
OPDRACHT 5.05
Bij een ernstige uitwendige bloeding.



Slide 4 - Slide

OPDRACHT 5.06
a. Bekijk de video Wondverzorging - Eerste hulp bij verschillende soorten wonden
b. Schaafwond, snijwond, bijtwond, brandwond.
c. Vijf verschillende soorten wonden waarmee je naar een arts gaat:
• Wonden op het gelaat
• Wonden op kwetsbare delen
• Brandwonden
• Wonden die gehecht moeten worden
• Vieze wonden
d. Drie stappen van het reinigen van een snijwond:
• Schoonmaken met water
• Ontsmetten (met bijvoorbeeld Betadine)
• Snijwond afdekken
e. Omdat schoonwrijven pijn doet bij een schaafwond.
f. Een bijtwond van een mens.
g. Vier stappen van de eerste hulp bij een bijtwond:
• Controleer op tetanusprik
• Schoonmaken met water
• Ontsmetten
• Afdekken
h. Vet gaasje en verband.
i. Wonddrukverband, om de bloeding te stoppen.

Slide 5 - Slide

OPDRACHT 5.07
a. Situaties waairn je een brandwond kunt oplopen:
• Hete kachel, motor, uitlaat
• Heet water, frituurvet
• Heet gas: stroom, hete lucht, een vlam
• Elektriciteit: kapotte kabel (230V), bliksem
• Radiogene straling: zonnestralen, radiotherapie
b. Eigen antwoord leerling Enkele voorbeelden zijn:
• Gebruik van brandalarm
• Geen brandende kaarsen aanlaten bij afwezigheid
• Voorzichtig zijn met vuurwerk
• Voorzichtig zijn bij gebruik van oven en tijdens het koken
• Voorzichtig zijn bij gebruik van (stoom)strijkijzer.
c. Manieren om Maarten eerste hulp te bieden:
• Koel de brandwond met lauw stromend kraanwater. Koel minimaal 10 minuten of totdat de pijn is afgenomen.
• Bij zeer ernstige brandwonden direct 112 (laten) bellen, ga met overige brandwonden naar de huisarts.
• Verwijder kleding als dat kan of nodig is.
• Dek na het koelen de brandwond losjes af met steriel kompres of een schone doek.

Slide 6 - Slide

OPDRACHT 5.09
a. Bekijk de video EHBO Brandwonden.
b. Stappen die Lotte neemt:
• Ze koelt de huid 10 minuten onder lauw water.
• Als daarna blijkt dat op de wond blaren ontstaan, dan gaat ze deze losjes verbinden en naar de huisarts.
c. Tips die Lotte geeft om een brandwond te voorkomen:
• Tip 1: Maak afspraken in huis
o geen koffie of thee wanneer je een klein kind op je schoot hebt
o niet weglopen tijdens het koken want voor je het weet slaat de vlam in de pan
• Tip 2: Veilig barbecueën
o steek de barbecue aan met aanmaakblokjes en niet met spiritus
o zorg dat je een emmer water hebt klaarstaan voor als het mis gaat



Slide 7 - Slide

OPDRACHT 5.09

• Tip 3: Let op met open vuur
o in geval van kaarsjes, open haard of vuurwerk, houd dit ver uit de buurt van kinderen
d. Een derdegraads verbranding.
e. Om te voorkomen dat de warmte dieper in het lichaam trekt en nog meer schade aanricht.
f. Bij een tweedegraads verbranding maakt de huid als reactie op de verbranding een blaar aan. Door de verbranding wordt het weefsel beschadigd en daardoor komt er vocht vrij. Het vocht blijft onder de bovenste laag van je huid zitten. Dat is de blaar.
g. Dan wordt het een open wond, die geïnfecteerd kan raken.
h. De bovenste laag van de huid is kapot (gekookt of verkoold).
i. Koelen van het verbrande lichaamsdeel is het eerste en belangrijkste bij het verlenen van eerste hulp.


Slide 8 - Slide

OPDRACHT 5.10
a. Het slachtoffer heeft waarschijnlijk een kneuzing of verstuiking.
• Je laat het slachtoffer haar schoen uitdoen (als dit te pijnlijk is, laat je de schoen aan)
• Je koelt de voet ongeveer 10-20 minuten onder een koude kraan of met een zak ijs.
b. Met koud water of een coldpack.

Slide 9 - Slide

OPDRACHT 5.11

Slide 10 - Slide

OPDRACHT 5.12
a. Omdat het voor het slachtoffer erg pijnlijk is.
b. Je vriend heeft een gesloten botbreuk.
c. Eerste hulp die je verleent
• Je geeft rust en steun aan het gebroken lichaamsdeel.
• Je verwijdert ringen en andere sieraden om afknelling te voorkomen.
• Voorkom onnodige bewegingen.
• Bij een open botbreuk dek je de wond af met een snelverband en
kleefpleister.
• Afhankelijk van het lichaamsdeel dat is gebroken bel je 112 of je vervoert het
slachtoffer zelf naar het ziekenhuis.
Bijvoorbeeld: een slachtoffer met een open botbreuk of een breuk aan een
been, heup, nek of rug, laat je altijd met de ambulance naar het ziekenhuis
gaan. Een slachtoffer met een gesloten armbreuk kan ook met de auto naar
het ziekenhuis vervoerd worden.


Slide 11 - Slide

OPDRACHT 5.13
a. Ga naar de website Oogletsel.
b. Drie letsels:
• Doordringend letsel van het oog; door scherp voorwerp in de oogbol
• Chemische stoffen in het oog
• Blauw oog
c. Uitleg bij de drie letels:
• Letsel 1: Een doordringend letsel (penetrerend) van het oog, ontstaat als een scherp voorwerp in de oogbol dringt. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan bij brekend glas, zagen van hout en bij slaan met een hamer op een ijzeren voorwerp, waarbij kleine splinters in het rond vliegen.
• Letsel 2: Oogletsel door inwerking van chemische stoffen.
• Letsel 3: Bij vechtpartijen komen klappen op het oog regelmatig voor. Doorgaans ontstaat hierdoor een bloeduitstorting rondom het oog en zwellen de oogleden op.

Slide 12 - Slide

OPDRACHT 5.13
d. Eerste hulp die je verleent bij de drie beschreven letsels:
• Letsel 1: Laat het voorwerp altijd zitten en stuur het slachtoffer naar een arts. Dek het oog af om te voorkomen dat het slachtoffer er in wrijft en het letsel verergerd. Gebruik hiervoor een plastic bekertje en een gaasje. Om te voorkomen dat er drukplekken ontstaan als gevolg van het bekertje wordt een gaasje tussen het bekertje en het gezicht gelegd.
• Letsel 2: Net als bij brandwonden moet er veelvuldig gespoeld worden om de stof te verdunnen, te verwijderen uit het oog en verdere inwerking te voorkomen. Let bij het spoelen op dat de chemische stof niet in het andere oog komt. Houd het hoofd gedraaid naar de aangedane zijde en spoel vanaf de neuszijde naar buiten toe. Spoel minimaal 30 minuten met lauw stromend water (koud water is zeer onprettig voor het slachtoffer) en laat het slachtoffer altijd door een arts zien.
• Letsel 3: Belangrijk is om na te gaan of er problemen zijn met zien, indien dat het geval is dient het slachtoffer zo snel mogelijk naar een oogarts doorgestuurd te worden. Men kan het oog eventueel voorzichtig koelen met een natte doek. Wees voorzichtig met coldpacks omdat dit eenvoudig leidt tot bevriezing. Kijk of er schade is aan de oogkas en of de oogkas misschien gebroken is. Zijn er na een klap op het oog bloedingen in het witte deel van het oog zichtbaar, stuur het slachtoffer dan ter controle naar een arts.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

antwoorden hoofdstuk 5

Slide 18 - Slide