H3 Tekstverbanden en signaalwoorden (2) (1)

Welkom!
10 min. lezen in stilte
timer
10:00
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!
10 min. lezen in stilte
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Lesdoelen bespreken
  • Spreekwoord
  • Waar of niet waar?
  • Tekstverbanden en signaalwoorden (2)
  • Aan de slag
  • Lesdoelen controleren 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
- kun je tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden;
- kun je een vergelijkend verband, samenvattend verband en een doel-middelverband in een tekst herkennen.

Slide 3 - Slide

Spreekwoord
'Liggen de handen, dan liggen de tanden.'


Slide 4 - Slide

Spreekwoord
'Liggen de handen, dan liggen de tanden.'

- wie niet werkt, zal niet eten
 


Slide 5 - Slide

Waar of niet waar? (waar = staan, niet waar = zitten)
1. Daarom is een voorbeeld van een signaalwoord dat past bij een concluderend verband.
2. Daardoor is een voorbeeld van een signaalwoord van een redengevend verband.
3. In de vergelijking: Zo wit als sneeuw  is wit het object (o) en wit het beeld (b).

Slide 6 - Slide

Nut van het herkennen van signaalwoorden
Kijk eens naar blz. 42 en lees de theorie nog eens over de tekstverbanden. 
Wat is het nut van het herkennen van tekstverbanden en signaalwoorden?
Bespreek met je buur waarom jullie denken dat het handig is om dit te (her)kennen.


timer
2:00

Slide 7 - Slide

En?...
  • Een tekstverband zorgt voor samenhang in een tekst
  • Snel zoeken naar bijvoorbeeld de conclusie - signaalwoorden dus, daarom, dat houdt in...
  • Begrijpen waar de tekst over gaat.


Slide 8 - Slide

Drie nieuwe tekstverbanden
1. Doel-middelverband
2. Vergelijkend  verband
3. Samenvattend verband

Slide 9 - Slide

Doel-middelverband
  • Geeft aan welk middel wordt gebruikt om een bepaald doel te bereiken.
  • Signaalwoorden: opdat, zodat, om te, door middel van, met behulp van 

Slide 10 - Slide

Vergelijkend verband
  • Laat een verschil of overeenkomst zien
  • Signaalwoorden: in vergelijking met, (net) als, evenals, zoals, meer, groter, beter dan, etc. 

Slide 11 - Slide

Samenvattend verband
  • Laat een verkorte weergave van informatie uit de tekst zien
  • Signaalwoorden: kortom, samengevat, met andere woorden, al met al 

Slide 12 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden (2)
  • Blz. 72 t/m 76: Opdracht 1, 2 en 4
  • Eerst voor jezelf (5 min.), daarna eventueel zachtjes overleggen.
  • Tijd: 15 min.
  • Zelfstandig muziek luisteren mag: met je eigen oordopjes. Als je muziek luistert ben je voor jezelf aan het werk.
timer
5:00
timer
10:00

Slide 13 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
- kun je tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden;
- kun je een vergelijkend verband, samenvattend verband en een doel-middelverband in een tekst herkennen.

Schrijf op:
 1. Een signaalwoord van een doel-middelverband
2. Het doel van een samenvattend verband.

Slide 14 - Slide