Hospice

Hospice
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hospice

Slide 1 - Slide

In wat voor zorg heeft een hospice zich gespecialiseerd?
A
Ouderenzorg
B
Verlichten van pijn
C
Terminale zorg
D
Levensbeëindigende medicijnen

Slide 2 - Quiz

Wanneer kom je in aanmerking voor een hospice?
A
Wanneer je levensduur korter is dan 3 maanden
B
Wanneer je ongeneeslijk ziek bent
C
Wanneer je dat graag wilt
D
Wanneer je niet meer thuis kan leven

Slide 3 - Quiz

Van wie heb je een ondertekende verklaring nodig om in een hospice te kunnen komen?
A
De verpleegkundige
B
De fysio
C
Het ziekenhuis
D
Een arts

Slide 4 - Quiz

Welke 2 soorten hospices zijn er?
A
Bijna-thuis-huis en high care hospice
B
High care en mid care hospice
C
Bijna-huis-thuis en mid care hospice

Slide 5 - Quiz

Wat mogen de bewoners zelf meenemen naar een hospice?
A
Eigen toilet
B
Eigen bed
C
Eigen klok
D
Eigen wandkleed

Slide 6 - Quiz

Hoe laat word je in een hospice wakker gemaakt?
A
Dat ligt eraan of het zomer of winter is
B
Wanneer de verpleegkundige tijd heeft
C
Dat ligt aan de wens van de client
D
Dat ligt aan de andere bewoners

Slide 7 - Quiz

Hoe vaak kan familie blijven slapen?
A
Bijna altijd
B
Alleen in het weekend
C
Altijd
D
Alleen met feestdagen

Slide 8 - Quiz

Wie zijn er niet betrokken bij de zorg?
A
Vrijwilligers
B
Artsen
C
Maatschappelijk werker
D
De overbuurman

Slide 9 - Quiz

Wat vergoed de zorgverzekeraar?
A
WLZ of eerstelijnsverblijf
B
Wijkverpleging of eerstelijnsverblijf
C
Wijkverpleging of WLZ
D
Allemaal

Slide 10 - Quiz

Einde

Slide 11 - Slide