Oefenen voor de toets H3 en H4

Wat is de eerste Bijbel in begrijpelijk Nederlands?
A
de NBV
B
de Bijbel in straattaal
C
de Groot Nieuws Bijbel
D
De Willibrord vertaling
1 / 32
next
Slide 1: Quiz
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat is de eerste Bijbel in begrijpelijk Nederlands?
A
de NBV
B
de Bijbel in straattaal
C
de Groot Nieuws Bijbel
D
De Willibrord vertaling

Slide 1 - Quiz

welke van de volgende bijbels werd/wordt door veel rooms-katholieken gebruikt?
A
De nieuwe bijbelvertaling
B
De Groot Nieuws Bijbel
C
De Statenvertaling
D
De Willibrord vertaling

Slide 2 - Quiz

Welke keizer staat er in Luc 2:1

Slide 3 - Open question

Hoe heet de oudste broer in 2 Sam 3:2

Slide 4 - Open question

Hoe zou je dit Bijbelvers opschrijven?

Slide 5 - Open question

Wiskunde voor religieuzen: O.T + N.T. = de .......

Slide 6 - Open question

Wat is de naam van een stuk bewerkt leer waarop geschreven kan worden?

Slide 7 - Open question

Wat is de joodse naam voor het oude testament

Slide 8 - Open question

Wat is GEEN kenmerk van het Hebreeuws
A
van rechts naar links schrijven
B
andere klinkers (klanken) dan in het Nederlands
C
geen klinkers in het schrift
D
andere manier van het schrijven van letters

Slide 9 - Quiz

Oude Testament
Nieuwe Testament
Jodendom
over Jezus
Grieks
Hebreeuws
o.a. over Aartsvaders

Slide 10 - Drag question

Wat is de volgorde van de indeling van het Oude Testament
A
Ch N T
B
N T Ch
C
T N Ch
D
T Ch N

Slide 11 - Quiz

Wat is de volgorde van de gegeven onderdelen van het Nieuwe Testament?
A
E B H O
B
E H B O
C
E H O B
D
E B O H

Slide 12 - Quiz

Welk gedeelte gaat over de leefregels?
A
Tora
B
Nebiim
C
Chetoebim

Slide 13 - Quiz

Welk gedeelte gaat over de manier waarop de mensen met de regels omgingen?
A
Tora
B
Nebiim
C
Chetoebim

Slide 14 - Quiz

Uit welk deel komt de zin 'Je mag niet stelen?'
A
Thora
B
Nebiim
C
Chetoebim

Slide 15 - Quiz

Uit welk deel kunnen deze woorden komen 'Jezus ging naar Jeruzalem.'
A
Evangelie
B
Handelingen van de apostelen
C
Brieven
D
Openbaring

Slide 16 - Quiz

In welk deel worden de mensen gewaarschuwd om zich te houden aan de leefregels?
A
Thora
B
Nebiim
C
Chetoebim
D
Handelingen

Slide 17 - Quiz

Bij welk deel past het begin 'Van Paulus aan...'.

Slide 18 - Open question

De hoofdrolspelers in Handelingen zijn
A
Johannes en Jacobus
B
Jacobus en Petrus
C
Petrus en Paulus
D
Paulus en Johannes

Slide 19 - Quiz

Wat is het Hebreeuwse woord voor Christus?

Slide 20 - Open question

Hoe wordt het boek 'Openbaring' in de R.K.-kerk ook wel genoemd?

Slide 21 - Open question

Wat is de oudste Nederlandse bijbelvertaling uit het rijtje?
A
NBG
B
Groot Nieuws Bijbel
C
Willibrord-vertaling
D
Statenvertaling

Slide 22 - Quiz

Wat is de volgorde van 'oud' naar 'nieuwste' aartsvader?
A
Jacob, Isaac, Abraham
B
Jacob, Abraham, Isaac
C
Abraham, Jacob, Isaac
D
Abraham, Isaac, Jacob

Slide 23 - Quiz

Wat is het (in het boek genoemde) woord voor 'aartsvader' en 'stamvader'?

Slide 24 - Open question

Van welke godsdiensten is Abraham de aartsvader?
A
Jodendom
B
Jodendom en Christendom
C
Jodendom Islam en Christendom
D
Jodendom Christendom, Islam en Animisme

Slide 25 - Quiz

Wie werd bijna geofferd?
A
Abraham
B
Isaäc
C
Jacob
D
Jozef

Slide 26 - Quiz

Hoe heet de vader van Jozef?
A
Terach
B
Abraham
C
Isaäc
D
Jacob

Slide 27 - Quiz

Met wie was Sara getrouwd?
A
Jozef
B
Abraham
C
Isaäc
D
Ze had geen zin om te trouwen.

Slide 28 - Quiz

Abraham was na de belofte
A
polytheïstisch
B
eclectisch
C
monotheïstisch
D
dyscalculie

Slide 29 - Quiz

Hoe heet de baas van Egypte?

Slide 30 - Open question

Abraham
Jozef
Isaäc
Jacob
in de put
bijna geofferd
reist van Haran naar Kanaän
3e aartsvader
helft van een tweeling
gevlucht voor zijn broer
dromen
zoon van Terach

Slide 31 - Drag question

Esau is NIET
A
de vader van Ruben
B
de broer van Jacob
C
flink harig
D
de zoon van Isaäc

Slide 32 - Quiz